dinsdag 28 januari 2014

Het Lijf is niet blij.


Als ik woensdag mijn ogen open, weet ik dat ik het idee om met de kinderen te gaan zwemmen in de namiddag moet laten varen. Het Lijf is niet blij. Platliggen tot de kinderen thuis komen, samen eten en dan een korte wandeling met Onze Oudste. Onze Jongste blijft liever thuis. Energie om haar te overtuigen toch mee te gaan, heb ik niet op overschot, ik laat haar maar. Het wordt een korte wandeling, langs het Prottende Paard dat doet wat het altijd doet. We moeten erom lachen. Onze Oudste wil nog even naar de ezeltjes. Ze staat al een hele tijd aan het hek te roepen als ook ik arriveer, maar de langoren verroeren geen hoef. Zelf laat ik me op de zitbank zakken en kijk geamuseerd toe. Na wat wachten komen de ezels eindelijk aangesjokt, waar ze zich gewillig door Onze Oudste tussen de oren laten krabben. Ik besluit op mijn gemakje terug naar huis te wandelen, maar voel direct dat gaan zitten geen goed idee was. Mijn benen wegen loodzwaar. Onze Oudste vraagt of ik ook niet even fijn de ezels wil aaien, maar ik wuif haar vraag weg en concentreer me vooral op naar huis gaan. De enige bergop die ik nu nog tegenkom is onze oprit, zeg ik tegen mezelf. Als ik thuiskom nog de trap op en dan eindelijk in de zetel. En laat mij nu maar eventjes liggen...

Donderdag lijkt redelijk te starten. Maar in de late voormiddag voel ik me leeglopen, ben ellendig en wil ik alleen nog maar liggen. Dat doe ik ook, zelfs de telefoon beantwoord ik al liggend. Na de middagboterhammen sleep ik me naar de auto. Als ik mijn gezin wil voeden vanavond, ga ik toch wat grondstoffen in huis moeten halen. Er is een supermarkt naast het postkantoor, zodat ik eindelijk dat pakje kan ophalen. Gelukkig is het snel aan mij bij De Post. Ook in de supermarkt is weinig volk en ik vind snel inspiratie voor vanavond. Maar ik voel me echt niet goed, hartkloppingen, oorsuizen, slap, duizelig, misselijk, bah. Eens thuis beland ik terug in de zetel waar ik pas uitkom om aan het eten te beginnen als iedereen thuis is. Ik krijg spontane hulp: Onze Jongste rolt de gehaktballetjes, Mijne Ridder schilt de aardappelen. De lieverds. Na het eten gaat mijn licht opnieuw uit. Het lijkt alsof dat vitaminekuurtje waar ik een paar dagen geleden mee startte en waarvan ik dacht dat het me ging helpen, een tegenovergesteld effect heeft...



Het Lijf is nog altijd niet blij vrijdag. Opstaan, douchen, aankleden, ontbijten, wachten op de schoolbus, Onze Jongste uitzwaaien, terug naar binnen en de zetel in. Ik kijk naar een opgenomen aflevering van House MD (zo iemand moest in het echt bestaan!) en zap wat rond. Na bijna drie uur liggend tv-kijken ben ik het kotsbeu en ga aan mijn bureau zitten. Ik lees wat mails maar voel me echt niet goed. Na een half uurtje ben ik misselijk en heb ik keelpijn, beiden van vermoeidheid, ik herken het maar al te goed. Het Lijf is moe. Nog wat eten en dan bed in. Ik wil echt beter worden, het is bijna weekend en zondag vieren we de verjaardag van Onze Jongste!
Ik slaap de hele namiddag en heb nog een slaapkop als Onze Oudste met haar vriendinnetje komt binnenwandelen na school. Op een of andere manier vind ik het belangrijk dat ik toch even beweeg vandaag dus ik trek mijn wandelschoenen aan. Een korte wandeling kan nog net. Ik wandel een toertje van 900 meter langs het Prottende Paard (die haar naam alle eer aan doet) en kom samen met Onze Jongste thuis. Mijne Ridder is naar het autosalon en ik til voor het avondeten het begrip “luiwijvenkost” naar een nieuw niveau. Ik rijd met mijn bengels naar de McDonalds Drive-in en moet zelfs niet uitstappen…
Onze Jongste is heel blij met de afwezigheid van de vader des huizes want… ze wordt door mij met de auto naar de turnles gebracht en opgehaald! Normaal moeten onze dochters  zich binnen het dorp verplaatsen met de fiets (of te voet of met de schoolbus), maar zelfs met de Sparta zie ik het niet zitten om Onze Jongste te begeleiden vandaag. Ik wacht tot ook Onze Oudste terug is van de turnles en ga slapen. Ik ben dan toch al een uurtje of vijf terug op…

Zaterdagochtend gaat het al iets beter dan de absolute rotdag van gisteren, maar echt optimaal is het nog verre van. In de voormiddag trek ik naar mijn bureau met cola en een stapel betalingen, post, papieren, na anderhalf uur ben ik daarvan doodop. Toch maar weer even gaan liggen voor ik mijn bestelling voor het verjaardagsfeest van morgen ga ophalen. Ik bestelde tegen mijn gewoonte in alles bij de beenhouwerij, zelfs de aardappelgerechten en ben daar zelf wat boos en opstandig om. Van Mijne Ridder daarentegen alle begrip. "Ik zie hoe het met je gaat.", zegt hij.  
Voor ik naar de supermarkt vertrek, klok ik opnieuw cola achterover. Wat cafeïne en suiker als steuntje, een goed gedacht is veel. De echte steun zijn de kinderen die voor één keer mee naar de supermarkt moeten omdat Mijne Ridder niet mee kan. Naast de bestelling afhalen is er ook nog wat drank nodig voor morgen. De meisjes kwijten zich prima van hun taak en ik ben blij dat ze mee zijn! Eens thuis begin ik al aan wat voorbereidingen van morgen, maar na een halfuurtje is het weer te veel. Het is tegen mijn zin, maar ik luister naar Het Lijf en leg me neer. ’s Avonds nog een snelle pastaschotel voor het avondeten ineen flansen en daarna opnieuw horizontaal.

Zondag is er qua beweging niet veel te melden, qua plezier des te meer. De familie komt langs om de verjaardag van Onze Jongste te vieren. Het wordt een zware maar leuke dag (met veel hulp). Er wordt veel gelachen en ik geniet er van. ’s Avonds ben ik echter zo moe dat ik de slaap niet kan vatten. Dat nukkige Lijf toch!



Ik heb een verschrikkelijk slechte nacht achter de rug en sta laat op. In een leeg huis, want het is maandag en iedereen is al op school en werk. Vandaag is er opnieuw Tai-Chi. To go or not to go, that is the question... Doe ik er goed aan om te gaan of doe ik er juist goed aan om niet te gaan... Na een uur dobberen en dubben in een warm bad besluit ik om thuis te blijven en eventueel later vandaag te gaan wandelen. Is een Tai-Chi-les een tijd(je) platliggen waard? Voor mij momenteel niet. De energie voor de Tai-Chi-les gebruik ik voor het afhalen van de beddenlakens. Een klusje minder voor Mijne Ridder, denk ik tevreden. Even groot energieverbruik, meer voldoening. En nu ik toch bezig ben, kan ik wat te klein geworden kledij van de kinderen sorteren in de berging. Je voelt het al aankomen. En ik ook. Maar dan als het te laat is. Ik ben verre van klaar, alleen mijn plooitafel is leeg als mijn stekker wordt uitgetrokken en mijn batterij leegloopt. Dat wordt zetel. Maar ook niet te lang. Ik ben zaterdag vergeten de ingrediënten te kopen voor de cakes om de verjaardag te vieren in de klas van Onze Jongste. Met een beperkt lijstje naar de supermarkt, nadien terug zetel tot de kinderen uit school komen. Van de wandeling die ik zou doen in de plaats van Tai-Chi komt niets in huis, krachten sparen voor het avondeten en de cakes. Die missie slaagt, gezonde kost op tafel en suikerbommetjes in de Tupperwaredoos voor school.
’s Avonds kijk ik naar het televisieprogramma "2013". Orry, een van de tien mensen die een jaar gevolgd wordt, biedt zijn echtgenote aan te stoppen met werken als hij genoeg verdient. Waarop zij hem vertelt dat ze liever zou blijven werken omdat ze graag tussen de mensen zit. Ik herken het, ik zou ook kiezen om te blijven werken. Op dit moment maakt Het Lijf spijtig genoeg die keuze en sta ik verder van "gaan werken" dan ooit...
 
Dinsdagochtend ben ik op tijd op. Onze Jongste verjaart vandaag en Mijne Ridder heeft me moeten beloven dat hij me wakker zou maken als ik alweer door de wekker zou slapen. Ik breng de jarige met de grote doos cakes (29 kinderen en een juf) naar school en krijg van Het Lijf nog de kans om wat op te ruimen vooraleer ik me neerleg. Na een uurtje platliggen maak ik de Keuze Van de Jarige klaar voor het avondeten vooraleer ik alweer, jawel, ga platliggen. Een DVD later besluit ik dat ik ga wandelen. Dat is nu toch al van vrijdag geleden dat ik ook maar iets van beweging ondernam en wie weet roest ik nog vast! Ik stap in mijn wandelschoenen en zal wel zien wat Het Lijf me gunt. Meer dan vrijdag maar nog steeds niet erg veel, zo blijkt. Ik snijd een flink stuk van de wandeling af maar mag eigenlijk niet klagen. Ik ben wel kapot als ik thuiskom, zet mijn wekker en slaap. Het slapen doet me deugd en ik ben al wat frisser als de kinderen thuis komen. Het wordt nog een gezellige avond, de jarige is blij met haar plat préféré! Opnieuw protesteert Het Lijf en ik ga op tijd slapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten