dinsdag 4 februari 2014

Zoete zondes, een aardbeidief en een crowdsurfer


Als woensdagochtend om acht uur de kinderen naar school zijn vertrokken, ga ik opnieuw even slapen. Een uurtje nog, sus ik mezelf. Uiteindelijk schrik ik me een ongeluk als ik mijn ogen terug open. Elf uur al… Douchen, aankleden, ik ben klaar voor het jonge geweld! Enfin, geweld. Er komen drie vriendjes spelen en zoals altijd verloopt dat probleemloos en zachtjes. Geen ruzies op te lossen, geen conflicten uit te vechten, niets van dat alles, heerlijk. In de loop van de namiddag neem ik de vier jongsten eventjes mee naar buiten zodat Onze Oudste wat schoolwerk kan doorworstelen. Een verplichte stop is de wei van de ezeltjes en… het Prottende Paard. Dat niet doet wat het altijd doet! Ze staat in een andere wei, zou het gras hier minder –euh- gasvorming veroorzaken…? In ieder geval, de kinderen vinden het jammer (en ik eigenlijk ook!). Eens thuis kijken ze naar een film en lees ik wat. Later smullen we nog van de heerlijke pralines van vriendin/chocolatier-in-wording…

 
Donderdag om vier uur 's ochtends zit ik aan de pijnstillers nadat een orkaan van een migraine-aanval me gewekt heeft. Het is die Zoete Zonde, die verdomde maar te lekkere chocolade... Over de rest van de dag kan ik kort zijn: slapen, rusten en medicatie. En hopelijk wat energie bijeen sprokkelen voor morgen.

Onze Oudste heeft geen school deze vrijdag. Zij is altijd de eerste die moet vertrekken ’s ochtends. Nu die tijdsdruk wegvalt, kunnen we ons in slowmodus klaarmaken. Ik breng zelfs Onze Jongste met de auto naar school, dat scheelt ook weer een half uur. Ik wil graag Onze Oudste vandaag verwennen, maar omdat iets actiefs er niet in zit, stel ik voor ergens te gaan ontbijten. Dat kan op enthousiasme rekenen! Naast het Stadhuis vinden we een tof restaurantje waar ze bagels serveren. En vers fruitsap. En croissants. En muffins. En brownies. Alles lijkt even lekker, maar na de (belegde) bagels kunnen we niet echt van honger meer spreken. Als we nu van alles de helft proeven? Zo gezegd, zo gedaan. Had ik gisteren niet iets gezegd over verdomde chocola...? De herinnering aan de migraine is blijkbaar al genoeg vervaagd, want ik stórt me op mijn helft van de warme brownie. Schandalig lekker! Na de ontbijtsessie gaan we op ziekenbezoek bij de meter van Onze Oudste. Ze was enkele dagen opgenomen in het ziekenhuis maar is gelukkig weer thuis. Haar oogjes staan nog wat flauw, verder is ze haar eigen vrolijke zelf. Helaas loopt mijn batterij onverwacht leeg en ik ben opgelucht als ik in de auto naar huis zit. Thuis linea recta naar de zetel, waar ik pas uit kom om aan het eten te beginnen. Het is deze week de eerste keer dat ik me niet dooderger tijdens het platliggen. Waarschijnlijk heeft de fijne voormiddag, waar ik ook echt voldoening aan heb, er iets mee te maken. Hopelijk volgen er vaker zulke fijne momenten!

Nog voor ik mijn ogen open, voel ik een migraine-aanval door mijn hersenpan jagen.  Die brownie, he, die brownie... Ik heb niet goed onderhandeld, ik had er twee moeten eten. Zo'n migraine voor zo'n half brownietje, dat is echt de moeite niet! In combinatie met een platte batterij belooft dit een “interessante” dag te worden. Vandaag bestaat mijn zaterdag uit het rondbrengen van mijn geliefden: Mijne Ridder naar de werf van m'n ouders, Onze Jongste van en naar de muziekschool, Onze Oudste van en naar de Tekenacademie. Tussen de vijf verschillende ritten zit telkens een uur tot tweeëneenhalf uur. Tijd die ik gebruik om te rusten en te slapen. Mijn vrienden Pepijn Pijnstiller (bij het rusten) en Lola Cola (bij het autorijden) zijn nooit ver weg. Intussen lijkt het erop dat de migraine zijn tenten definitief heeft opgeslagen net achter mijn linkeroog, ik voel het ritme waarmee het hamertje de haringen vastklopt. Tegen 's avonds overweeg ik om via mijn linkeroogkas met mijn vinger in mijn hersens te gaan roeren en die tentharingen los te rukken. In plaats daarvan kruip ik met een pijnstiller onder de lakens.


Zondagochtend timmert de migraine nog altijd verder aan zijn tentje, maar het kampvuur is al gedoofd. Toch bescherm ik mijn getormenteerde hoofd met een dikke muts, sjaal en een zonnebril vooraleer ik buiten stap. Het is schitterend weer en ik moét gewoon naar buiten, de velden lonken, het is meer dan drie weken geleden dat ik er geweest ben. Het energiepeil staat nog altijd laag, dus ik pak het verstandig aan. Ik beslis enkel de vlakke veldwegen te nemen en halverwege gewoon terug te keren. Op die manier moet ik nooit “klimmen”. Het is heerlijk buiten. Ik ben ingeduffeld als een poolreiziger, maar daarin ben ik niet alleen zie ik als een andere wandelaarster tegen kom. Wandelschoenen, dikke muts en een sjaal tot boven de neus, ze draagt hetzelfde uniform. Alleen de zonnebril heeft ze thuisgelaten. Ik ben blij als een klein kind als ik wat later met mijn enkels tot in de modder sta en de omgeving kan overschouwen. Heel even maar, dan draai ik me om en wandel op mijn eigen stappen terug. Die leiden me ook langs de wei van het Prottende Paard. Op de heenweg had ik haar niet gezien, nu wel en ze begroet me op de vertrouwde manier: met een stevige wind! Woensdag weigerde ze dienst toen ik de kinderen bij had, nu trekt ze alle sluizen open. Het is me er eentje… Even voorbij het Prottende Paard overvalt me uit het niets de vermoeidheid weer, als een loden deken dat op me wordt gegooid. Gelukkig is het niet ver meer. Eens thuis moet ik horizontaal de batterij herladen. Veel meer zit er de rest van de dag niet meer in… maar… in de loop van de namiddag trekt de migraine eindelijk weg. Hoeraaaa!

Net als vorige maandag weet ik niet goed of ik vandaag al dan niet naar de Tai-Chi-les ga. Ik besluit het nog een kans te geven en met dit sputterende Lijf een les mee te volgen. Tja, wat kan ik zeggen... Het Lijf en ik zijn lijfelijk aanwezig in de les, zoveel is zeker. Van een succes kan ik niet echt spreken, het grootste deel van de les heb ik op een stoel gezeten. Het afsluitende stuk van de les stond mijn stoel zelfs in de kring, op initiatief van de lesgeefster. Daar zit je dan, als enige op een stoel tussen allemaal dames die op papier een stuk ouder zijn dan jezelf maar wel de hele les rechtstaand deelnemen. En ik zit daar dan tussen met Het Lijf van 85 jaar. Na de les krijg ik een lift van één van de dames en we blijven een hele tijd napraten in de auto. Een dame die bruist van energie en met een gekke kronkel in haar hersenen, echt een toffe madam! Eens thuis struin ik eerst de voorraadkasten en de diepvries af op zoek naar eten voor vanavond. Ik zou eigenlijk boodschappen moeten doen… In plaats daarvan wordt het zetel, tot mijn gezin arriveert. Na het avondeten rijdt Mijne Ridder met mij naar de supermarkt. Voor de tweede keer vandaag ben ik boos op Het Lijf. Dat Mijne Ridder na zijn dagtaak nog mee boodschappen moet gaan doen terwijl ik de hele dag thuis ben, maakt me boos en opstandig. Het is helaas niet anders en gelukkig zie ik… “de aardbeidief”! Het maakt op slag mijn dag goed. “De aardbeidief” is een man die ik in de zomer aardbeien uit bakjes zag halen om de zijne extra hoog te vullen. De aardbeibakjes werden per stuk verkocht en niet per gewicht. Ik stond naast hem aardbeien te kiezen, dacht eerst dat ik niet goed gezien had, maar hij deed ongegeneerd verder. Ik was sprakeloos… Tot hij achter ons aan de kassa stond, dan kon ik het niet laten, stapte ik op hem toe en zei “Ik hoop dat uw aardbeien u smaken.” Hij bedankte me, maar later op de parking negeerde hij mijn (toegegeven: spottende) blik. Diezelfde man staat deze avond enkele rijen verder aan de kassa en ik herken hem onmiddellijk. Mijne Ridder en ik vragen ons lachend af wat hij nu gepikt zou hebben. Mijne Ridder gokt op zijn hemd dat hij in een verkeerde maat meegegrist heeft, omdat het nogal krap zit. Ik probeer een blik te werpen in zijn karretje, maar het is nogal ver. Mijn gok is dat hij een extra prei in zijn bot prei heeft gewurmd. We zullen het nooit weten, hihi.



Het is een moeilijkopstaanmoment op dinsdagmorgen. Nadat iedereen naar werk en school is, kruip ik in de zetel. Na een uur of twee horizontaal neem ik de ragebol en doe de ronde van het huis. Ik ben aangenaam verrast, het gaat beter dan de vorige keer. Mijn armen vallen er niet af, ik kan deze keer het hele huis rond en ben nadien niet perte totale. Een overwinning! Een overwinning die ik in de zetel vier met de opgenomen laatste aflevering van “2013”, want… ik mag ook niet overmoedig worden. Na het eten lokt het mooie weer me. De buurvrouw, die net buiten komt, laat al haar klusjes vallen en wandelt het korte toertje met me mee. Zoals altijd hebben we een fijne babbel.
Als ik thuiskom, laat Het Lijf me weten dat een beetje rust geen kwaad kan. Bijna twee uur later schrik ik wakker. Ik voel me beter dan voor de siësta en kan zowaar afstoffen. Het voelt opnieuw als een overwinning, ik ben er echt blij mee. Het koken verloopt vandaag op de tonen van de Saxo50 van Studio Brussel. Er zitten echt knallers van nummers bij. Even een zot danspasje met Onze Jongste en ik moet het krukje alweer bij mijn fornuis zetten. Wat headbangen op mijn krukje (niemand kan toch stilzitten bij Dog Eat Dog?!) en ik ben alweer misselijk. Grmbl. Maar dan ligt er bij het avondeten ineens een crowdsurfer op de erwtjes en dat maakt alles dan weer goed!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten