dinsdag 28 januari 2014

Het Lijf is niet blij.


Als ik woensdag mijn ogen open, weet ik dat ik het idee om met de kinderen te gaan zwemmen in de namiddag moet laten varen. Het Lijf is niet blij. Platliggen tot de kinderen thuis komen, samen eten en dan een korte wandeling met Onze Oudste. Onze Jongste blijft liever thuis. Energie om haar te overtuigen toch mee te gaan, heb ik niet op overschot, ik laat haar maar. Het wordt een korte wandeling, langs het Prottende Paard dat doet wat het altijd doet. We moeten erom lachen. Onze Oudste wil nog even naar de ezeltjes. Ze staat al een hele tijd aan het hek te roepen als ook ik arriveer, maar de langoren verroeren geen hoef. Zelf laat ik me op de zitbank zakken en kijk geamuseerd toe. Na wat wachten komen de ezels eindelijk aangesjokt, waar ze zich gewillig door Onze Oudste tussen de oren laten krabben. Ik besluit op mijn gemakje terug naar huis te wandelen, maar voel direct dat gaan zitten geen goed idee was. Mijn benen wegen loodzwaar. Onze Oudste vraagt of ik ook niet even fijn de ezels wil aaien, maar ik wuif haar vraag weg en concentreer me vooral op naar huis gaan. De enige bergop die ik nu nog tegenkom is onze oprit, zeg ik tegen mezelf. Als ik thuiskom nog de trap op en dan eindelijk in de zetel. En laat mij nu maar eventjes liggen...

Donderdag lijkt redelijk te starten. Maar in de late voormiddag voel ik me leeglopen, ben ellendig en wil ik alleen nog maar liggen. Dat doe ik ook, zelfs de telefoon beantwoord ik al liggend. Na de middagboterhammen sleep ik me naar de auto. Als ik mijn gezin wil voeden vanavond, ga ik toch wat grondstoffen in huis moeten halen. Er is een supermarkt naast het postkantoor, zodat ik eindelijk dat pakje kan ophalen. Gelukkig is het snel aan mij bij De Post. Ook in de supermarkt is weinig volk en ik vind snel inspiratie voor vanavond. Maar ik voel me echt niet goed, hartkloppingen, oorsuizen, slap, duizelig, misselijk, bah. Eens thuis beland ik terug in de zetel waar ik pas uitkom om aan het eten te beginnen als iedereen thuis is. Ik krijg spontane hulp: Onze Jongste rolt de gehaktballetjes, Mijne Ridder schilt de aardappelen. De lieverds. Na het eten gaat mijn licht opnieuw uit. Het lijkt alsof dat vitaminekuurtje waar ik een paar dagen geleden mee startte en waarvan ik dacht dat het me ging helpen, een tegenovergesteld effect heeft...



Het Lijf is nog altijd niet blij vrijdag. Opstaan, douchen, aankleden, ontbijten, wachten op de schoolbus, Onze Jongste uitzwaaien, terug naar binnen en de zetel in. Ik kijk naar een opgenomen aflevering van House MD (zo iemand moest in het echt bestaan!) en zap wat rond. Na bijna drie uur liggend tv-kijken ben ik het kotsbeu en ga aan mijn bureau zitten. Ik lees wat mails maar voel me echt niet goed. Na een half uurtje ben ik misselijk en heb ik keelpijn, beiden van vermoeidheid, ik herken het maar al te goed. Het Lijf is moe. Nog wat eten en dan bed in. Ik wil echt beter worden, het is bijna weekend en zondag vieren we de verjaardag van Onze Jongste!
Ik slaap de hele namiddag en heb nog een slaapkop als Onze Oudste met haar vriendinnetje komt binnenwandelen na school. Op een of andere manier vind ik het belangrijk dat ik toch even beweeg vandaag dus ik trek mijn wandelschoenen aan. Een korte wandeling kan nog net. Ik wandel een toertje van 900 meter langs het Prottende Paard (die haar naam alle eer aan doet) en kom samen met Onze Jongste thuis. Mijne Ridder is naar het autosalon en ik til voor het avondeten het begrip “luiwijvenkost” naar een nieuw niveau. Ik rijd met mijn bengels naar de McDonalds Drive-in en moet zelfs niet uitstappen…
Onze Jongste is heel blij met de afwezigheid van de vader des huizes want… ze wordt door mij met de auto naar de turnles gebracht en opgehaald! Normaal moeten onze dochters  zich binnen het dorp verplaatsen met de fiets (of te voet of met de schoolbus), maar zelfs met de Sparta zie ik het niet zitten om Onze Jongste te begeleiden vandaag. Ik wacht tot ook Onze Oudste terug is van de turnles en ga slapen. Ik ben dan toch al een uurtje of vijf terug op…

Zaterdagochtend gaat het al iets beter dan de absolute rotdag van gisteren, maar echt optimaal is het nog verre van. In de voormiddag trek ik naar mijn bureau met cola en een stapel betalingen, post, papieren, na anderhalf uur ben ik daarvan doodop. Toch maar weer even gaan liggen voor ik mijn bestelling voor het verjaardagsfeest van morgen ga ophalen. Ik bestelde tegen mijn gewoonte in alles bij de beenhouwerij, zelfs de aardappelgerechten en ben daar zelf wat boos en opstandig om. Van Mijne Ridder daarentegen alle begrip. "Ik zie hoe het met je gaat.", zegt hij.  
Voor ik naar de supermarkt vertrek, klok ik opnieuw cola achterover. Wat cafeïne en suiker als steuntje, een goed gedacht is veel. De echte steun zijn de kinderen die voor één keer mee naar de supermarkt moeten omdat Mijne Ridder niet mee kan. Naast de bestelling afhalen is er ook nog wat drank nodig voor morgen. De meisjes kwijten zich prima van hun taak en ik ben blij dat ze mee zijn! Eens thuis begin ik al aan wat voorbereidingen van morgen, maar na een halfuurtje is het weer te veel. Het is tegen mijn zin, maar ik luister naar Het Lijf en leg me neer. ’s Avonds nog een snelle pastaschotel voor het avondeten ineen flansen en daarna opnieuw horizontaal.

Zondag is er qua beweging niet veel te melden, qua plezier des te meer. De familie komt langs om de verjaardag van Onze Jongste te vieren. Het wordt een zware maar leuke dag (met veel hulp). Er wordt veel gelachen en ik geniet er van. ’s Avonds ben ik echter zo moe dat ik de slaap niet kan vatten. Dat nukkige Lijf toch!



Ik heb een verschrikkelijk slechte nacht achter de rug en sta laat op. In een leeg huis, want het is maandag en iedereen is al op school en werk. Vandaag is er opnieuw Tai-Chi. To go or not to go, that is the question... Doe ik er goed aan om te gaan of doe ik er juist goed aan om niet te gaan... Na een uur dobberen en dubben in een warm bad besluit ik om thuis te blijven en eventueel later vandaag te gaan wandelen. Is een Tai-Chi-les een tijd(je) platliggen waard? Voor mij momenteel niet. De energie voor de Tai-Chi-les gebruik ik voor het afhalen van de beddenlakens. Een klusje minder voor Mijne Ridder, denk ik tevreden. Even groot energieverbruik, meer voldoening. En nu ik toch bezig ben, kan ik wat te klein geworden kledij van de kinderen sorteren in de berging. Je voelt het al aankomen. En ik ook. Maar dan als het te laat is. Ik ben verre van klaar, alleen mijn plooitafel is leeg als mijn stekker wordt uitgetrokken en mijn batterij leegloopt. Dat wordt zetel. Maar ook niet te lang. Ik ben zaterdag vergeten de ingrediënten te kopen voor de cakes om de verjaardag te vieren in de klas van Onze Jongste. Met een beperkt lijstje naar de supermarkt, nadien terug zetel tot de kinderen uit school komen. Van de wandeling die ik zou doen in de plaats van Tai-Chi komt niets in huis, krachten sparen voor het avondeten en de cakes. Die missie slaagt, gezonde kost op tafel en suikerbommetjes in de Tupperwaredoos voor school.
’s Avonds kijk ik naar het televisieprogramma "2013". Orry, een van de tien mensen die een jaar gevolgd wordt, biedt zijn echtgenote aan te stoppen met werken als hij genoeg verdient. Waarop zij hem vertelt dat ze liever zou blijven werken omdat ze graag tussen de mensen zit. Ik herken het, ik zou ook kiezen om te blijven werken. Op dit moment maakt Het Lijf spijtig genoeg die keuze en sta ik verder van "gaan werken" dan ooit...
 
Dinsdagochtend ben ik op tijd op. Onze Jongste verjaart vandaag en Mijne Ridder heeft me moeten beloven dat hij me wakker zou maken als ik alweer door de wekker zou slapen. Ik breng de jarige met de grote doos cakes (29 kinderen en een juf) naar school en krijg van Het Lijf nog de kans om wat op te ruimen vooraleer ik me neerleg. Na een uurtje platliggen maak ik de Keuze Van de Jarige klaar voor het avondeten vooraleer ik alweer, jawel, ga platliggen. Een DVD later besluit ik dat ik ga wandelen. Dat is nu toch al van vrijdag geleden dat ik ook maar iets van beweging ondernam en wie weet roest ik nog vast! Ik stap in mijn wandelschoenen en zal wel zien wat Het Lijf me gunt. Meer dan vrijdag maar nog steeds niet erg veel, zo blijkt. Ik snijd een flink stuk van de wandeling af maar mag eigenlijk niet klagen. Ik ben wel kapot als ik thuiskom, zet mijn wekker en slaap. Het slapen doet me deugd en ik ben al wat frisser als de kinderen thuis komen. Het wordt nog een gezellige avond, de jarige is blij met haar plat préféré! Opnieuw protesteert Het Lijf en ik ga op tijd slapen.

dinsdag 21 januari 2014

Over water, hooi, een zwaluw en het Prottende Paard


Een fietstocht of een zwembeurt, had ik me voorgenomen voor deze woensdag. Het weer beslist dat ik naar het zwembad trek, het water in! Eens de kinderen de deur uit zijn, gooi ik twee badpakken (één van de twee zal toch wel passen, zeker?), een zwembrilletje en een badhanddoek in een zwemtas en vertrek. Met de wagen sta ik aan te schuiven in de ochtendfile. De combinatie van regen en een busstaking zorgt ervoor dat de steenweg muurvast zit. Ik kan het me niet aantrekken en luister geamuseerd naar Siska op StuBru. Een half uur later sta ik aan het zwembad. Voor het eerst in elf en een halve maand… Ik ben een beetje zenuwachtig en heb mezelf bij het ontbijt zelfs moeten forceren om een boterham met banaan te eten zodat ik toch iets in mijn maag heb. In het kleedhokje valt me te binnen dat ik geen passend muntstuk voor de locker heb. Op blote voeten terug naar de kassa, waar de vriendelijke jongeman er geen probleem van maakt om te wisselen. Alles in het lockertje proppen (wat draagt een mens toch veel kleren in de winter!) en richting zwembad. Het speel- en ontspanningsgedeelte is helemaal leeg, maar in het grote bad is er meer animo. Er zijn verschillende schoolgroepen aanwezig en de sportleerkrachten roepen instructies naar hun leerlingen in het water. Ik vind een baan waar maar twee (volwassen) zwemmers zijn en laat me in het water zakken. Brilletje op en weg. Heerlijk. Jaja, ik kan het nog. Met langzame slagen zwem ik naar de andere kant van het bad en keer terug. Als ik dan toch niet veel baantjes mag zwemmen, zal ik er supertraag en dus ten volle van genieten, hihi. Een keer heen en weer is echt wel weinig. Zoveel moeite om tot hier te komen en ik heb nauwelijks het water geraakt? Ik vertrek voor mijn derde lengte en ben nog maar halfweg het bad als ik mijn armen al voel beginnen verzuren. Huh? Nu al? Ik zwem tot het einde, keer om en kruip met spijt uit het bad. 100 meter voor de eerste keer, het kon slechter! Ik scheur van de honger, ga nog even in het bubbelbad zitten (ik vind daar eigenlijk niets aan, dat wordt nog maar eens bevestigd) en ga dan naar huis waar ik me op een stapel boterhammen stort. Het Lijf geeft aan dat het mooi geweest is en braafjes leg ik me in de zetel tot de kinderen thuis komen.



Als ik donderdag opsta, overvalt me een vreemd gevoel. Het voelt alsof... Toch...? Niet...? Ja, het voelt echt alsof... alsof dit een goede dag is...? Zou het...? Kan het...? Ik neem het zekere voor het onzekere en hou me koest in de voormiddag. Stel dat ik me vergis of te hevig word, dan kan ik de namiddag nog ondermijnen en dat wil ik zeker niet. Deze dag staat al weken in het rood omcirkeld in mijn agenda want ik ga naar de kapper. Dat niet alleen. Ook één van mijn beste vriendinnen zal er zijn. We hebben samen een afspraak en maken onze reputatie waar: een tettermarathon om u tegen te zeggen! Het bevalt ons zo goed dat we ook onze volgende afspraak samen inplannen. Puur timemanagement: mooie haartjes én een toffe babbel, ha! Bij thuiskomst durf ik het pas écht vast te stellen: ik heb inderdaad een goede dag vandaag. Geen zwak moment bij de kapper of onderweg, alles verliep prima. De eerste fysiek goede dag sinds lang! Akkoord, ik heb geen tuin omgespit of geen grote schoonmaak gehouden en weet dus niet of Het Lijf dat zou doorstaan hebben. Maar toch ben ik er blij mee. Blij? Zeg maar zotcontent! Ik mag niet te hard van stapel lopen en weet dat één zwaluw de lente niet maakt. En toch. Het kàn nog. Ik kan Het Dieet niet volhouden en toch kan ik nog een goede dag hebben. En weet je wat? Het smaakt naar meer!

Als ik vrijdagochtend mijn ogen open, weet ik al wat ik ga doen vandaag: fietsen! Al is het maar tot aan de kerk en terug, fietsen wil ik. Nadat ik al een uurtje op ben, wik en weeg ik de toestand van Het Lijf, schat de kans op succes redelijk in en waag mijn kans. Ik heb geluk, de zon schijnt. Ik kleed me warm aan, zet mijn zonnebril op en stap op de Sparta (de elektrische fiets). 



Buiten de twee korte ritjes van en naar Tai-Chi (2 minuutjes enkel) heb ik al maanden geen fiets aangeraakt en ik moet zeggen, het fietsen voelt heerlijk! Ik heb geen muts maar enkel oorwarmers op, dus ik voel de wind in mijn haar. Genieten met een hoofdletter G. Wat later kruipt de zon achter de wolken en ben ik blij dat ik mijn zonnebril op heb om mijn ogen te beschermen tegen... de koude wind! Het fietsritje verloopt naar wens. Het traject is vlak, ik fiets met de ondersteuning op de hoogste stand en moet enkel bij het kruisen van de spoorweg eventjes klimmen. Met mijn mandje vol boodschappen kies ik op de terugweg een andere, kortere route. Als ik door de dreef met kasseien rijd, dansen de boodschappen bijna uit het mandje, grappig! Ik ben echt dolblij als ik thuiskom en met een goed gevoel kan terug kijken op dit fietsavontuur. De batterij van de Sparta is bijna leeg, maar mijn mentale batterij helemaal vol. Het Lijf laat in de loop van de namiddag wel voelen wat hij ervan vindt en vóór 21 uur lig ik al in dromenland, maar ik heb het toch maar mooi gehad. Neh!

Zaterdag voel ik het al als ik de trap naar de ontbijttafel af wandel, het is een batterijplat-dagje. Och ja... Toch kies ik voor een jurkje, zo'n gevalletje dat niet kreukt, daarmee kan ik ook in de zetel liggen. Bovendien wil ik naar de post en de bib. Gisteren bijna de hele dag thuis maar tijdens mijn korte fietstochtje is de postbode blijkbaar aan de deur geweest. Hoe het toch wil lukken, hé. Bij de post is veel volk. Veel volk en maar één loket geopend. Ik laat me zakken op een van de stoelen en wacht mijn beurt af. Als het zo ver is, krijg ik in plaats van mijn pakketje de mededeling dat ik te vroeg ben. Vanaf maandag ligt het pakje pas klaar. Volgende keer beter het briefje lezen! In de bib snuffel ik tussen de rekken en vind al snel wat leuke spulletjes. Ik merk dat ik kortaf word tegen Onze Oudste omdat ik moe word. Naar huis graag! Na de lunch een taxiritje en een kort bezoekje aan de supermarkt. Wat drank en fruit, al de rest kan wachten. Thuis wacht de zetel voor enkele uurtjes. Op de terugweg van de tweede taxirit, word ik betoverd door de mooie zonsondergang en rijd zo ver als ik durf een veldweg in. Ik stap met het jurkje en nette schoenen door de modder voor een foto. Er was in de auto echter ook een paparazza aan boord…


Zondag klimmen we voor het eerst als gezin terug eens op de fiets. De 3,5 km die ons scheiden van onze bestemming zullen we trappend afleggen. Mijne Ridder heeft er gelukkig aan gedacht de batterij van de Sparta op te laden, want het tochtje met volledige trapondersteuning van vrijdag heeft de batterij behoorlijk leeggeslurpt. We genieten van een zalig fietsweertje, niet te geloven dat het winter is. Onderweg checkt Mijne Ridder op welke stand ik de Sparta ingesteld heb. Ik fiets met volle trapondersteuning, schat. Met een mengeling van trots en verbazing knikt hij goedkeurend. Hij had het duidelijk niet verwacht maar ik leer bij! Nu ja, om eerlijk te zijn, zonder ondersteuning zou de 3,5 km me niet gelukt zijn. Na het feestje zijn we nog voor het donker thuis. Mijne Ridder plakt er nog een uurtje of twee ijsschaatsen achteraan, de kinderen maken hun boekentassen klaar, ikzelf vlei me neer in de zetel.

Bij het opstaan maandag voelt Het Lijf goed. Emmer, water, zeep, dweil in de hand en de tegels op de gelijkvloers krijgen een sopje. Ik ben tevreden maar voel wel dat ik beter even wacht met het terugzetten van de stoelen en kies om even te gaan liggen. Een uurtje platte rust later zet ik de stoelen terug, stop mijn sportschoenen en -broek en een flesje water in de rugzak, trek mijn wandelschoenen aan en vertrek. Het regent en het is wat glibberig in de veldwegen naar het lokaaltje van de Tai-Chi-les. Maar ik geniet van het getokkel van de druppels op mijn regenjas. Onderweg doet het boerenpaard wat het altijd doet als ik langswandel: het laat een wind. Of het aan mij ligt of aan het paard, dat laat ik in het midden. Maar ik noem haar het Prottende Paard! Later verneem ik dat het Prottende Paard zwanger is. Van een tweeling nog wel. En blijkbaar zou een tweelingzwangerschap bij een paard een gevaarlijke situatie zijn. Wel, ik hoop dat ze de zwangerschap en bevalling goed doorstaan en dat ze binnen enkele maanden met z’n drietjes op een rij in koor windjes kunnen laten! Netjes op tijd kom ik aan in de Tai-Chi-les, trek mijn modderschoenen en -broek uit en mijn sportbroek en -schoenen aan. Het eerste kwartier van de les gaat prima, maar dan... Elke gelegenheid die ik heb, ga ik zitten. Op het einde van de les zelfs tijdens de oefeningen. Het is weer zo ver... Na de les biedt één van de dames me aan om me met de wagen naar huis te brengen. Maar neen, hoor, mijn ego is groot genoeg om die 750 meter (gemeten met Movescount) te willen terugwandelen. Ik kleed me om en ga op pad. Het worden een lange 750 meter. Thuis zie ik op Movescount dat ik op de terugweg 3 minuten langer heb gewandeld over hetzelfde traject dan in het heen gaan. Ik plof neer in de zetel en vraag me af of ik te veel hooi op mijn vork heb willen nemen. Ik lig de hele namiddag in de zetel  en kom er pas uit om Onze Oudste van school te halen. Ik kies om (voorverpakte) lasagna in de oven te schuiven zodat ik nog energie heb om een cadeaupakketje in te pakken voor een jarige zieke. Daarna opnieuw zetel en bed. En ik besef : één zwaluw maakt de lente niet...


Op dinsdag ga ik naar het werk. In de voormiddag hou ik me rustig, lees en beantwoord alleen wat mails. Ik rijd met de auto naar Brussel en passeer onderweg bij de jarige om het pakketje aan de voordeur te droppen. Daardoor wijkt mijn route af van de gekende en ik duik van een heel andere kant Brussel in. Ik moet blind de gps volgen terwijl ik op het drukke verkeer moet letten. Het vergt toch wat energie, merk ik. Vreemd, vroeger nooit last van gehad. Als ik toekom aan het vertrouwde kantoorgebouw, bonst mijn hart in mijn keel. Zenuwen. Elke keer na een lange afwezigheid heb ik er last van. Ik neem de lift rechtstreeks vanuit de ondergrondse parkeergarage naar de juiste verdieping. De meeste collega's zijn gaan eten, maar degene die er zijn, zien er nog hetzelfde uit, haha. Behalve eentje, wiens bolle buikje verraadt dat ze hier niet lang meer gaat rondlopen. Ik haal het sinterklaasgeschenkje van Onze Jongste uit mijn locker (krijgt ze voor haar verjaardag) en vertrek met een collega om te gaan eten. Niet in het bedrijfsrestaurant zoals ik verwacht had, maar buiten de deur. Gelukkig ben ik met de auto gekomen en niet met de trein! Het is een gezellige lunch, het eten is lekker en we babbelen wat af. Het is haast niet te merken dat het meer dan twee maanden geleden is dat ik hier was. Op de terugweg naar het kantoorgebouw twijfel ik of ik nog even mee binnen ga of toch direct naar huis rijd. Ik kies voor het laatste en ben daar achteraf blij om. Want als ik thuiskom, ga ik rechtstreeks naar de zetel en trek een dekentje over me heen. En voor de tweede dag op rij vraag ik me af of ik teveel hooi op mijn vork neem. Ik doe haast niks en toch is Het Lijf altijd maar moe... Later op de dag krijg ik een telefoontje van de jarige. Ze heeft het pakketje aan haar voordeur gevonden en is er superblij mee. Haar enthousiasme werkt aanstekelijk en ik zweef, ondanks Het vermoeide Lijf, een half metertje boven de grond met een grote glimlach.






dinsdag 14 januari 2014

Eat-sleep-rest-repeat


Op woensdag vertrek ik met een klein hartje op controle naar de huisarts. Ik was voorbereid op een verlenging van mijn ziekteverlof, maar een verlenging met twee extra maanden komt toch hard aan. Heel hard. Dat ik momenteel zelfs niet in staat ben om mijn huishouden te doen, vergeet ik op zo’n moment, ik hoor alleen dat ik niet mag gaan werken… Een flinke portie zelfgemaakte chocolade van een vriendin/chocolatier-in-wording doet me er aan herinneren dat er ook mooie dingen zijn in het leven…



Donderdag blijf ik zó lang in bed liggen dat ik me nog moet haasten om voor de middagsluiting bij het ziekenfonds te geraken. Aansluitend ga ik bij een oud-juf van de kinderen die daar in de buurt woont langs om een pakketje -samengesteld door Onze Jongste- af te geven. Juf is er erg blij mee en ik blijf hangen voor een praatje. Fijn, zo’n onverwachte babbel. De namiddag én avond(!) breng ik “gezellig” door in de wachtzalen van Gasthuisberg. De vorige keer was ik hier met de (elektrische) fiets, maar dat probeer ik snel te vergeten…

Nadat de kinderen naar school zijn vertrokken, vertrek ik vrijdag voor een ochtendwandeling. In alle vroegte, ik zie de zon nog opkomen. 


Ik kan er niets aan doen, maar ik heb echt een zwak voor roze wolken en zelfs roze airtrails. En vandaag word ik verwend, roze genoeg! De rest van de voormiddag doe ik het rustig aan, want ik heb een “druk” weekend voor de boeg. In de namiddag stof ik wat af en daarvan ben ik verrassend genoeg doodop. Hoe is dat nu toch mogelijk… Vroeger was afstoffen het startsein van onze maandagavondpoetsroutine. De kinderen logeerden die avond bij mijn ouders en op enkele uren tijd wervelden Mijne Ridder en ik ons hele huis schoon. Het lijkt een eeuwigheid geleden. Och ja. Het komende weekend is te belangrijk voor me, dus ik kruip gehoorzaam de zetel en héél vroeg bed in. Ik hoor Onze Oudste zelfs niet meer thuiskomen van de turnles.



Zaterdagochtend start ik in rustmodus. Kort na de middag breng ik Onze Oudste naar de academie en ga aansluitend naar de supermarkt. Als ik thuis kom met mijn boodschappen, ben ik pompaf, laat ik de boodschappen gewoon in de garage staan en ga eerst wat slapen. Als de wekker afloopt om Onze Oudste opnieuw te gaan halen, blijkt dat de kaboutertjes die boodschappen niet hebben weggezet. Dan blijven ze voorlopig maar weer staan. Terug van mijn taxirit, nog snel onder de douche en dan op pad. Vanavond een etentje onder vrienden dat al een aantal keer is doorgegaan zonder mij. Ik heb echt afgeteld naar deze dag en ben dus superblij dat ik er vandaag wél bij ben!

De ochtend nadien zeurt Het Lijf natuurlijk. Ik blijf zo lang mogelijk liggen nagenieten van de fijne avond gisteren. Na het douchen is er al een flinke hap uit mijn energiebudget. Tja, me amuseren mag niet ongestraft van Het Lijf! Gelukkig worden we pas ’s middags verwacht voor de nieuwjaarsbrief van m’n jongste metekind. Ik ben twee keer mama en twee keer meter en ik ben fier op alle vier! Het wordt een gezellige middag en we zijn tijdig terug thuis. De rest van de avond, jawel, plat in de zetel, maar wel met een voldaan gevoel.

Het is een echte, typische, hectische maandagochtend. Met brood dat nog bevroren is, een dochter die terug komt lopen om een vergeten mapje op te halen (maar gelukkig haar bus niet mist) en in het rondvliegende scherven van een gevallen chocopot. Gelukkig geraakt iedereen op tijd de deur uit, ik ruim wat puin en kruip terug mijn bed in tot het tijd is voor de tweede proefles van Tai-Chi. Zo lang blijven liggen was blijkbaar een goed idee, want de tweede keer dat ik opsta voel ik me beter en sterker dan de eerste keer. Bij aankomst in de Tai-Chi-les, hebben de andere deelnemers al een stoel voor me klaargezet. Lief, dat wel, maar ik voel me toch maar kleintjes. Het liefst wou ik natuurlijk dat iedereen vergeten was dat ik het vorige les moeilijk had... Ook deze les maak ik gebruik van de stoel maar heb toch het idee dat tweede proefles fysiek beter verloopt dan de eerste. Omdat ik sneller ben gaan zitten tussendoor…? Terug thuis eet ik eerst wat, lees eventjes mails en ga dan rusten. Het wordt echter een hele namiddag wakker-slapen-wakker-slapen-wakker tot de kinderen thuiskomen. Was de Tai-Chi toch zwaarder dan ik dacht of hangt het weekend er nog in? Wie zal het zeggen. En ’s nachts? Dan slaap ik opnieuw, hoor!

De ochtendspits op dinsdagochtend verloopt een pak rustiger dan gisteren. Als iedereen de deur uit is, ruim ik de ontbijtboel op en neem mijn wandelschoenen. De huisarts herhaalde dat beweging erg belangrijk is en dat een korte wandeling beter is dan niks. Deze week heb ik voornamelijk horizontaal doorgebracht, dus, hup, naar buiten. Ik neem een kort tochtje, zonder heuvels en wandel helaas daardoor een groot stuk over straat in plaats van door de velden. Toch kan ik een heel mooi stukje ochtendblauw meenemen. 



Om de afstand te meten die ik wandel of fiets, gebruik ik steeds een app. Vanochtend schakel ik opnieuw over op Movescount. Ik probeerde Runtastic, maar telkens als ik tijdens de tocht blijf staan of te traag wandel, stopt dat kreng met registreren. Slecht voor mijn ego, hihi. Eens thuisgekomen doe ik het rustig aan en lees een boek verder uit, want deze namiddag ga ik met mijn schoonzus op jacht naar een verjaardagscadeautje voor Onze Jongste. Het wordt een succesvolle missie. Ten eerste omdat we vinden wat we zochten en ten tweede omdat ik het op geen enkel moment moeilijk krijg. Hoera! Later in de vooravond komt de man met de hamer alsnog langs en van vlak na het eten tot bedtijd lig ik, jawel, in de zetel.



Het was een lastige week met, ondanks de aansporing van de huisarts, weinig beweging. Volgende week beter…?

dinsdag 7 januari 2014

Modderschoenen en Chinese bewegingsleer.


De eerste dag van het jaar start ik in beweging. Ondanks Het protesterende Lijf stap ik in mijn wandelschoenen. Ik kies voor een vertrouwd traject maar kom onderweg niemand tegen: geen wandelaar, loper noch mountainbiker. Het vroege uur op deze feestelijke dag zit er waarschijnlijk voor iets tussen. Ofwel de heel modderige veldwegen, de eerste doop van het jaar voor mijn schoenen!



Donderdag verteert Het Lijf nog de tocht van de dag voordien, maar vrijdag trek ik opnieuw mijn wandelschoenen aan. Ik start mijn wandeling op vertrouwd terrein, maar wat later wijk ik af. Ik ben namelijk erg nieuwsgierig naar de verblijfplaats van de herten die ik zag. Ik kies een zijpad van mijn gebruikelijk toertje en als ik wat later bergop in de modder loop te ploeteren, vervloek ik mijn nieuwsgierigheid. Het Lijf is nog altijd niet in vorm en dat zal ik geweten hebben. Geen hert te zien natuurlijk, mijn hartslag die de pan uit swingt maar… ook wel de ontdekking van een nieuw stukje natuur. Als het zo steil niet was, zou ik dit paadje vaker kiezen! En verrassend genoeg kom ik hier nog wandelaars tegen. Eén van hen is een jongen die –met succes- z’n hond traint. Het dier gehoorzaamt van op een behoorlijke afstand en ik ben onder de indruk. Wat later ben ik nog meer onder de indruk wanneer die eerder mollige jongen met zijn hond begint te rennen en met een rotvaart door de velden snelt. Dit had ik niet zien aankomen! Ikzelf stap gewoon rustig verder en ben erg blij als ik thuis ben. De gewandelde afstand is vergelijkbaar met mijn “normale” route, waar wel een stukje pittiger! 's Avonds gaan Mijne Ridder en de kinderen schaatsen met mijn nicht. En laten mij lekker in de zetel liggen, zalig.



Zaterdag slaap ik (enorm) lang uit en ga nadien met Onze Oudste naar de solden. Na twee uur shoppen gooi ik de handdoek in de ring en Onze Oudste haar buit (nieuwe collectie, uiteraard, zo zijn we wel) in de autokoffer. Platte portemonnee en een nog plattere batterij. 's Avonds neemt Mijne Ridder Onze Jongste en een vriendinnetje mee voor een laatste schaatsbeurt in kerstsfeer. Ik blijf opnieuw lekker thuis, deze keer in het gezelschap van Onze Oudste. We liggen beiden al onder de wol als de sportievelingen thuiskomen! 
Zondag wordt alweer een luierdagje, DVD-tje erbij en ’s avonds krijgen we nieuwjaarsbriefbezoek. De peter van Onze Jongste is een goeie vriend en ik hoef me dan ook niet te generen als ik, nog voor hij naar huis gaat, mijn bedje in kruip. 


Maandag is het tijd voor iets nieuws. Ik schreef me in voor de proefles en vind dus ook dat ik moet gaan naar de eerste les… Tai-Chi! Wat ik er moet van verwachten, weet ik niet. Fysiek zou het niet zo zwaar mogen zijn, dus het ligt misschien binnen mijn mogelijkheden…? Ik hoop met Tai-Chi mijn lenigheid wat te kunnen bewaren. Momenteel kan ik nog altijd met mijn dikke teen tot aan mijn neus (heb jij dit nu net ook geprobeerd, hihi?) en ik zou dat graag zo houden. Enfin, Het Lijf wil liever dat ik thuis blijf, maar toch kruip ik op de elektrische fiets en peddel naar het lokaaltje een paar honderd meter verderop. We zijn met een stuk of tien en ik denk dat ik de jongste ben van de bende. De lerares is een rustige maar vrolijke dame die enthousiast aan de slag gaat. Na de opwarming hoop ik dat het wat rustiger wordt, want al dat gespring en gehuppel weegt al door. In deze ruimte,  diezelfde zaal stond ik twee jaar geleden Zumba te dansen, het is haast niet te geloven… Eerst groeten we (wat me aan judo doet denken), daarna leren we wat armbewegingen vanuit stilstand, later gevolgd door bewegingen met de voeten maar zonder de armen. De les wordt rustig opgebouwd, de lerares vindt het belangrijker dat we de bewegingen voelen dan dat we een danske instuderen. Van die zienswijze hou ik wel! Een ingewikkelde choreografie is namelijk niet echt aan mij besteed, mijn lange armen en benen zijn moeilijk tegelijkertijd onder controle te houden, grijns. Alhoewel alles traag en langzaam verloopt, neem ik er toch halfweg de les al een eerste keer een stoel bij als de lerares haar uitleg doet. Dat onbeweeglijke staan tijdens haar demonstratie is moordend! We leren nog een “basispas” en nadien is de les om. Ik plof dankbaar op een stoel met mijn flesje water. Even bijkomen en dan naar huis, rusten! Als de lerares tot bij komt mij om te vragen of het gaat, antwoord ik naar waarheid dat het wat vermoeiend voor me was. Ze stelt me gerust en zegt dat ik op elk moment tijdens de les mag gaan zitten. Na de les opnieuw de elektrische fiets op en drie minuten later ben ik thuis. Ik kruip in de zetel en daar kom ik de eerste uren niet meer uit.
Of Tai-Chi me energie zal geven is nog af te wachten. Ik heb namelijk geen tekort aan mentale energie, het is de fysieke energie die het laat afweten. Maar voor mijn soepelheid is het zeker niet slecht. Volgende week probeer ik opnieuw. Hopelijk met een fijnere afloop!

Dinsdag voel ik me nog steeds loom, zware armen, zware benen. In de namiddag sleur ik Het Lijf toch naar buiten. Ik trek mijn frisgewassen propere wandelschoenen aan (lang leve de wasmachine!) en ga op pad. Het wordt een korte wandeling, zo eentje waarbij het niet de moeite is om je schoenen aan te trekken, kuch. Als ik wat later thuis kom, hangen mijn schoenen nochtans vol modder en zo eindig ik de eerste week zoals ik ze begonnen was: met modderschoenen!