zaterdag 28 september 2013

Vallen, blijven liggen en weer opstaan.

“Hoe is ’t nu met u?” Een vraag die ik regelmatig krijg. Wel, momenteel redelijk goed eigenlijk. Maar we zullen beginnen met einde mei, waar ik de draad van de blog liet liggen.

De revalidatie-arts geeft me einde mei, tot mijn grote tevredenheid, het advies om terug beginnen sporten. Heer-lijk. Maar de inspanningsproef op die bewuste maandag laat zijn sporen na. De dag na het bezoekje aan de revalidatie-arts ga ik na een ochtendvergadering op het werk zo slap als een vod naar huis, ’s woensdags schrijf ik in de voormiddag thuis mijn verslag en crash in de namiddag, donderdags kan ik niet deelnemen aan de teambuildingsactiviteit van het werk die ik nota bene zelf heb ineen gestoken, ‘s vrijdags ga ik werken maar alles daarbuiten zetel, bed, plat. Compleet uitgeput. Ik voeder mijn gezin de hele week kant-en-klaar-gerechten zoals lasagna, ravioli, alles uit ne pot. Dus als ik een weekje later het rapport met het trainingsschema ontvang, ben ik voorzichtig enthousiast om er aan te beginnen. Kortom, het heeft tien (10!) dagen geduurd eer ik hersteld was van de inspanningsproef.

Ik neem het schema ter harte: wandelen en fietsen, netjes drie keer per week. Maar in plaats van vooruit ga ik alweer achteruit. Moedeloos word ik er soms van. Even aftoetsen met de revalidatie-arts, die voorstelt om op “slechte” dagen niet te gaan sporten, enfin, bewegen. Maar tegen einde juni heb ik alleen maar slechte dagen. Als ik nu op die maand terugkijk, is dat in een waas, een grijze vlek. Er was werk, thuiskomen, eten maken, KO. Woensdagnamiddag en zaterdag sowieso plat. Zondag voorzichtig tot leven komen, maandag startte opnieuw de werkweek. 

Eind juni neem ik het drastische besluit om zo lang mogelijk verlof op te nemen tijdens de zomermaanden: met een maand onbetaald verlof in augustus, zou ik in totaal aan 6 weken onafgebroken verlof geraken. Hopelijk tijd genoeg om te recupereren en in september terug vol energie voltijds aan de slag te gaan!

Begin juli zit ik fysiek echt diep, heb het ook mentaal zwaar en geef de brui aan het dieet. Met als grote voordeel dat ik op mijn verjaardag kan eten wat ik wil! In De Vismet vieren we "en petit comité" mijn 40ste verjaardag. Heel gezellig, heel lekker, heel rustig. Het uitbundig vieren van mijn veertigste verjaardag komt nog wel. Ooit, als Het Lijf het toelaat. Op mijn vijftigste of zo ;-). Een ander voordeel aan stoppen met het dieet is dat enkele dingen duidelijk worden: te veel gluten geeft me een opgeblazen gevoel en suiker geeft me orkanen van migraineaanvallen. Ondanks het feit dat ik het dieet heb aan de wilgen gehangen, mijd ik suiker en ben voorzichtig met gluten. Nu ik vakantie heb, pik ik ook de draad van het bewegen weer op. Met als gevolg: nog meer rusten. Zelfs de zetel bij mijn schoonvader thuis, is niet veilig voor Het Lijf. 

Eind juli neem ik opnieuw een drastisch besluit: ik start op 1 augustus terug met het dieet. Ik kies er ook voor om voortaan alleen elektrisch te fietsen tot ik een bepaald basisconditieniveau zal bereiken, waarna ik zal overstappen op een gewone fiets. Ik toets opnieuw even af met de revalidatiearts, die me verzekert dat langere afstanden fietsen aan een lage hartslag geen probleem is. Ik fiets namelijk liever met een bepaald doel (de bib, de bakker, knooppunten) dan zomaar wat rond de kerktoren terwijl ik de chronometer angstvallig in de gaten hou. Dieet, gedoseerd bewegen, veel rusten en kijk: vanaf half augustus voelde ik ein-de-lijk verbetering! Voor het eerst sinds IJsland, na vier toch wel lange maanden. Het kan nog!

Eind augustus neem ik opnieuw een drastisch besluit: vanaf september werk ik halftijds. Zware knoop mentaal omdat ik dit opgeven vind, zware knoop financieel omdat ik ook augustus al onbetaald verlof nam.

En nu?
Na vier weken halftijds werken kan ik fysiek alleen maar positief evalueren. De verbetering die ik heb kunnen bereiken in juli en augustus (vooral tweede helft augustus) heb ik kunnen behouden in september. Ik verbeter niet meer, maar ga ook niet achteruit. Wat op zich enorm positief is!
Ook ervaar ik dat ik opnieuw een leven heb dat verder reikt dan mijn werk, mijn bed en mijn zetel. Het is voorzichtig, het is gedoseerd, maar we maken als gezin elke zondag een kleine uitstap.
Op het werk hoef ik niet meer na te denken over elke stap. Tijdens deze halftijdse dagen kan ik na de dagtaak de trap aan het station nog op zonder Het Lijf naar boven te moeten sleuren. Over de middag las ik een rustmoment in, ook op het werk. De dagen na mijn Brusseldagen zijn de zwaarste. De woensdagen en de zaterdagen zijn nog echte plat-af-dagen.
Ik beweeg. Ook hier gedoseerd. Zwemmen heb ik niet meer gedaan. Enkel wandelen en elektrisch fietsen, niet op de moeilijke dagen. En ik geniet ervan nu, met volle teugen.
Ik rust. Veel, ook overdag. Op tijd gaan slapen. Luisteren naar wat Het Lijf vraagt. Discipline. 
In tegenstelling tot “gewone” sporters heb ik door scha en schande geleerd dat ik geen doelen mag stellen. Geen doel stellen verkleint ook de kans dat ik me forceer. Want forceren is terugvallen.
Begin oktober heb ik een afspraak met Christine Tobback. Dan zal ik opnieuw twee maanden aan het diëten zijn. Intussen zit ik aan het gewicht dat ik had als studente 20 jaar geleden! Ik hoop dat ik terug kruiden mag eten en wat meer soorten fruit.
Van de revalidatiearts kreeg ik net groen licht om mijn skeelers uit de kast te halen. Een voorzichtig toertje, 15 à 20 minuten maximum, is toegestaan. Nu is het wachten op een goede dag voor Het Lijf en een droge dag voor de skeelers. Mijn outfit ligt al klaar: fonkelende oogjes en een kamerbrede glimlach.