dinsdag 25 februari 2014

Een lichtpu... -euh- lichtbàken!


Woensdagvoormiddag hou ik me kalm, want het blijft woensdag natuurlijk. Na het middageten breng ik Onze Jongste weg en rijd door naar de natuurwinkel. Erg veel heb ik niet nodig dus past het net tussen brengen en halen van de dochter. Ik kuier op mijn gemakje met mijn karretje naar de kassa en merk dan… dat ik iemand anders’ winkelkarretje bij heb! Maandag mijn dochter vergeten afhalen, woensdag met een vreemd karretje op wandel, veel gekker moet het niet worden. Gelukkig vind ik snel het mijne en ik drop het andere waar ik denk dat ik het meegenomen heb. Er is weinig volk in de winkel en aan de kassa zodat ik wel nog mooi op tijd ben om Onze Jongste op te halen. Thuis eerst maar wat rusten en dan het tienminutenwandelingetje van het Revalidatieschema 5.0. Verder nog de gewone avondroutine en op tijd onder de wol.


Ondanks dat ik geslapen heb als een dronken matroos, ben ik donderdagochtend moe. Ik eet wat “tegen de honger die komt” en als de kinderen vertrokken zijn, kruip ik opnieuw in bed. Rond de middag sleep ik mezelf uit bed om te gaan wandelen en de rest van de dag is er eentje om snel te vergeten…

Vrijdagochtend voel ik me beter dan de dag voordien. In alle vroegte ben ik de keuken aan het opruimen. Blijkbaar doe ik dat nogal onstuimig, want Mijne Ridder komt gealarmeerd zijn bed uit gestormd. Beetje hevig misschien? Zeer zeker, want nog voor de middag ligt ondergetekende al plat. Met de glimlach deze keer, want dat hoekje achter het fornuis heb ik toch maar mooi onder handen genomen. Ha!
Na de middag braaf mijn wandelingetje. Het schema zegt tien minuten vandaag en voor mij moest dat niet langer zijn. Nog even de zetel in en daarna achter het stuur. Eerst Onze Jongste ophalen van school en daarna naar de orthopedist. File en wegomleidingen op de heen- en terugweg, maar nergens verlies ik mijn concentratie. Mijn binnenste balt een vuist. Yes, I can! In een vorig leven reed ik tijdens de middagpauze raprap over en weer van ons agentschap naar het hoofdkantoor in hartje Brussel en nu ben ik al blij als ik probleemloos het avondverkeer doorkruis. Het kan verkeren! Op de terugweg stoppen we aan een kippenkraam et voilà, het avondeten is klaar. 's Avonds nog twee taxiritjes en de dag zit erop. Al bij al niet slecht!




Zaterdag start fantastisch. Ik breng Onze Jongste naar de muziekschool en rijd door naar de speelgoedwinkel. Mijn jongste metekindje is jarig en ik ga op zoek naar een geschenkje. Ik kom er niet uit, maar een telefoontje naar de jarige helpt me verder. Het is de eerste keer dat ik in deze winkel kom en ik neem alles goed in me op. Parking voor de deur én een groot aanbod, gesneden koek voor iemand als ik! Ik ben echt lang in de winkel en maak dankbaar gebruik van de zitgelegenheden, maar verder verloopt het winkelen vlot. Ik breng de oogst naar huis en ga Onze Jongste oppikken. Terwijl ik wacht, sla ik een praatje met mensen die ik ken van vroeger en die nu ook hun kinderen komen halen. Probleemloos praatje, zo mag de dag verder evolueren! Thuis een uurtje rusten, eten en weer op pad. Onze Oudste wegbrengen en dan in de nabijgelegen supermarkt de weekboodschappen doen. Ik ben blij dat Mijne Ridder erbij is, want tijdens het winkelen loopt mijn batterij leeg. Thuis slaap ik wat en daarna trek ik mijn wandelschoenen aan. Tien minuten normaal, maar zodra ik de zon op mijn bolletje voel, weet ik dat het wat langer zal zijn! Ik voel wel dat ik heel traag stap, maar geniet er ten volle van. Ik zie m’n eerste sneeuwklokjes in de veldweg en de ezeltjes onderweg voelen de lentekriebels. Het is dan ook het prachtig weer…



Om half negen gaan slapen, rendeert. Ik sta fris op en ga direct aan de slag. Het jarige metekind komt langs en ik tref wat voorbereidingen. Ik bak zelfs voor het eerst sinds lang een taart. Bakken, want versieren laat ik aan de kinderen over. Zij amuseren zich met dat gepruts, mijn ding is dat echt niet! Ik ben toch wel even bezig, maar breng ik alles tot een goed einde. Ik breng zelfs de schotels zelf naar de kelder, drie keer de trap af en op, direct na elkaar met volle handen. (En ik zal dat in de namiddag nog eens herhalen om alles terug naar boven te halen.) Het lijkt zo gewoon, maar voor mij is dat momenteel niet elke dag vanzelfsprekend en dan valt het op als het kan. Tevreden kruip ik mijn bedje in. Na een dutje en een douchke dek ik de tafel en als ik bericht krijg dat onze gasten wat later zullen zijn, knijp ik er even tussenuit voor mijn tienminutenwandeling. Het is een korte wandeling die lang duurt, want door het mooie weer kom ik heel wat dorpsgenoten tegen. Een babbeltje hier, een praatje daar, fijn!
Het wordt een gezellige namiddag met een blije jarige, toffe babbel en veel gesmul. En als iedereen naar huis is, ben ik moe maar niet doodop. Ik was blij dat Mijne Ridder thuisbleef van het schaatsen, maar achteraf gezien had ik het alleen gekund want het was niet nodig geweest. Hoeraatje voor Het Lijf! Dat er nog veel dagen als deze mogen volgen. Toppie!



Maandag is een pak minder dan gisteren. Maar ik teer nog op het goede gevoel van gisteren, ben zo blij met die ene goede dag, mijn lichtbaken! Het kàn nog! Ik leg me met een brede glimlach in de zetel om wat te lezen en word twee uur later wakker van een binnengekomen sms. Ik doe braaf mijn tienminutenwandeling die nu echt tien minuten duurt. Het kan niet alle dagen feest zijn, hé!

Als ik dinsdagochtend opsta, is het alsof ik net enkele nachten doorbracht in discotheken. Geen topdag dus. En alhoewel ik maar enkele spulletjes moet hebben, valt het boodschappen doen lelijk tegen. Ook het autorijden is maar zozo. Revalidatie 5.0 schrijft vijfentwintig minuten wandelen voor en ik vat moedig mijn tocht aan. Het is moeilijk, maar de ontluikende natuur en de fluitende vogels maken veel goed. Bij thuiskomst zit ik eerst een kwartier met mijn jas nog aan te bekomen van de wandeling. Het contrast met zondag is groot, maar ach, Keulen en Parijs zijn ook niet op een dag gebouwd. 


dinsdag 18 februari 2014

Ik en de honderdeneen, oei, honderdentwee alarmpjes...


Woensdag en donderdag zijn alweer geen dagen om over naar huis te schrijven. Buiten een wandeling van net geen 10 minuten en een bezoekje aan mijn schoonvader, kom ik niet buiten. 



Vrijdag begint goed, een prachtige zonsopgang en Het Lijf wil mee, echt zo'n dag dat me wat hoop geeft. Maar na het afruimen van de ontbijttafel stap ik in de douche en opnieuw zakt Het Lijf ineen als een pudding. De ballonnetjes met plannen die zich tijdens het ontbijt intussen in mijn hoofd gevormd hadden, spatten een na een uit elkaar. Och ja, het is wat het is... 
Ik krijg een vraag vanop het werk en daar ben ik een flink deel van de voormiddag mee bezig. Het is grote honger die me vanachter het computerscherm naar de keuken jaagt en vermoeidheid die me na het eten van de keuken naar de zetel lokt. Een boek, een dekentje en laat me hier maar even liggen! Ik zou eigenlijk beter eerst een wandelingetje maken, vaker (maar kort) bewegen had de huisarts gezegd. Het is hondenweer buiten en Het Lijf pruttelt tegen, onnodig te vertellen dat ik liever in de wereld van 100-jarige Allan Karllson vertoef! Als het boek uit is, klap ik het met een grote glimlach dicht. Wat een maf personage, die Allan.
Ik haal vlees voor het avondeten en kruip nadien weer onder mijn dekentje. It's one of those days... Met dat verschil dat we vandaag in de watten worden gelegd. Ter ere van Valentijnsdag kregen Mijne Ridder en ik van Onze Jongste een zelfgemaakte koe die hartjes sch**t. Zooo grappig! En de vriendin/chocolatierinwording stond met een luxe-chocoladepakketje voor de deur. Chocoladepralines die niet alleen lekker, maar ook erg mooi zijn. Diamants are a girls best friend, maar dit gezin maak je gelukkig met chocolade!




Na een slechte nacht lig ik zaterdagochtend om 5 uur al te wachten tot het ochtend wordt. Terwijl ik daar lig te staren in het donker, valt me wat te binnen. Natuurlijk! Toen ik zwanger was van Onze Jongste, moest ik plat liggen om een vroeggeboorte te voorkomen. Na haar geboorte had ik niks spierkracht meer, ik moest mezelf ondersteunen aan de kast om recht te komen om bijvoorbeeld iets op te rapen, mijn spieren waren helemaal verslapt. Dàt is er natuurlijk aan de hand met mij, mijn spieren zijn verslapt! Vandaar komt die zeurderige spierpijn en die stijfheid, ik heb te veel gelegen en gezeten en te weinig bewogen! Eigenlijk ben ik te veel opgeschoven naar de andere kant van de wip, dus moet ik weer wat naar het midden, een nieuw evenwicht zoeken. Van zodra de klok een aanvaardbaar uur vertoont, sluip ik stilletjes naar mijn bureau. Ik neem het rapport van de revalidatie-arts erbij en leg de puzzel.  Niet bewegen is goed voor mijn batterijtje, maar niet goed voor de rest van mijn mechaniek. Elke dag minstens 10 minuten wandelen moet haalbaar zijn, zelfs op slechte dagen. Drie keer per week plan ik een langere wandeling in, de eerste week beginnen met een “lange” wandeling van 20 minuten en nadien opbouwen. Ik maak een schema in Excel en mail het door naar de revalidatie-arts (hij zegt zelf dat hij geen arts is, maar ik blijf 'm koppig zo noemen, hihi). Het is nog maar tien voor tien in de ochtend als ik al zijn goedkeuring krijg, jeuj! Een uitgeprinte versie belandt op het prikbord, Revalidatie 5.0 is een feit (in werkelijkheid ben ik de tel al kwijt, maar vijf punt nul klinkt zo goed, niet?). Discipline en doseren, een mooie mix.
Tussen de twee ochtendlijke taxiritten deze zaterdag eens geen platte rust maar ga ik bij mijn ouders langs. En na de tweede ochtendlijke taxirit ga ik langs de bib om een deel in te leveren en nieuw materiaal uit te zoeken. Deze keer kan ik op mijn gemakje snuisteren, want Het Lijf werkt nog altijd mee. Maar ook hier discipline en doseren zodat ik bij thuiskomst na het eten kort ga rusten voor de namiddagshift start. De eerste taxirit van de namiddag wordt gevolgd door mijn eerste tienminutenwandeling van het nieuwe schema. Intussen begin ik de vermoeidheid wèl te voelen maar ik ben vastbesloten te gaan wandelen. Onze Jongste wandelt, niet helemaal van harte, met me mee. Halverwege stop ik haar de huissleutel toe en ze spurt de resterende afstand naar huis. Zij zal geen tien minuten gewandeld hebben, maar ik wel, hihi. Eens thuis ga ik eventjes een dutje doen.
Twee uur later stap ik met mijn slaapgezicht in de auto om Onze Oudste op te halen. Het dutje werd een diepe slaap van twee uur… Gelukkig staan er honderdeneen wekelijks terugkerende alarmpjes in mijn gsm! Ik ken mezelf intussen, mijn normale ik zou zoiets niet vergeten, de Epstein-Barr-versie van mezelf durft al eens in slaap vallen én heeft een geheugen als een zeef… Op de terugweg nog Mijne Ridder oppikken en dan zit de dag er eigenlijk op. We eten restjes van gisteren (het is smakelijker dan het klinkt!) en ik kijk tevreden terug op mijn dag. Ik mag dan wel twee uur geslapen hebben, mijn zaterdag verliep veel soepeler dan de vorige weken. De hele week is eigenlijk beter verlopen dan de voorgaande. Nog altijd knudde, maar beter. Hoopgevend.
En dan... kraken we eindelijk dat Valentijnspakket! Ik wéét dat ik eigenlijk niet mag, maar Reen's chocolade is zooo lekker! Ik proef kleine stukjes van verschillende pralines en geniet intens. Al bij al zal ik het equivalent van twee pralines hebben gegeten. Benieuwd of ik migraine heb morgen!



Zondagochtend staat de wekker. Maanden geleden kocht ik tickets voor Technopolis en op 1 maart vervallen ze… De kinderen kijken er al lang naar uit en dus gaan we op pad (ik zelfs zonder migraine!). Kort na opening zijn we in Mechelen. Het is er nog heerlijk rustig, we kunnen vanalles uitproberen zonder aanschuiven. Ik waag me zelfs op de fiets die 5 meter boven de grond op een kabel rijdt. Terwijl de begeleidster me vastgespt in een beveiligingspak, dwalen mijn gedachten af naar een dikke tien jaar eerder tijdens een teambuildingweekend van mijn vorige werkgever. Toen ben ik er in geslaagd om mezelf bijna op te hangen omdat mijn sjaaltje vastgeraakt was tussen de “acht” en het klimtouw en ik bij elke meter dat ik zakte mezelf meer wurgde met die sjaal. Ik, als jonge moeder van een peuter, stond te bibberen op mijn benen eens ik na de reddingsactie terug vaste grond raakte. De man die me kwam redden, reageerde laconiek: “Zo kan ik de redtechnieken die ik moet aanleren tijdens mijn opleiding eindelijk eens in de praktijk gebruiken.” Vandaag geef ik mijn sjaal netjes af aan Mijne Ridder vooraleer ik op die fiets stap en alles verloopt naar wens.
We komen alle vier ogen te kort, daar in Technopolis. Tussendoor gaan Mijne Ridder en ik al wel eens iets drinken, maar verder kan ik me die eerste twee uur behelpen met de stoeltjes die her en der bij de toestellen staan. Nadien krijg ik het moeilijker, maar omdat de kinderen zo genieten van alles wat er te beleven valt, probeer ik de vermoeidheid te negeren. ’s Middags eten we samen wat en nadien doorkruisen de kinderen verder Technopolis. Mijn batterijtje is intussen echt wel leeg, maar ik weiger naar huis te gaan. Kort bij de cafetaria is een nooduitgang met een grote glazen deur waar de zon fijn binnenvalt. Ik neem een van de stoeltjes en zet me in het zonnetje. Wat later geeft Onze Jongste aan dat het voor haar mooi geweest is en dat is het startsignaal om naar huis te vertrekken. Ik mis een stuk reisroute dus ik vermoed dat ik in de auto al geslapen heb. Eens thuis val ik als een blok in slaap tot mijn wekker af loopt om… te gaan wandelen. Jaja, ik neem revalidatie 5.0 serieus! Ik kies voor een wandeling in de vorm van een acht met twee lussen van telkens tien minuten wandelen. Als het nodig is, kan ik thuis stoppen na de eerste lus. Maar ik geniet eigenlijk van de twintigminutenwandeling. Het is dan ook heerlijk wandelweer.



Onze Jongste heeft geen school op maandag maar toch ga ik naar de Tai-Chi-les. Het is de laatste van de reeks en de dame die het organiseert, is enkele dagen geleden bij me langsgeweest om te vragen of ik me ook inschrijf voor de volgende reeks. Ik moest het antwoord schuldig blijven en daarom ga ik vandaag naar de les. Van de vijf lessen waarvoor ik me inschreef, ben ik er naar twee geweest (dit is de derde). En van die twee lessen heb ik er eentje meer op een stoel gezeten dan wat anders. Het gaat intussen beter met me dan het dieptepunt van de voorbije weken, maar ook nu moet ik regelmatig gaan zitten. Wel beginnen de bewegingen vanzelf te gaan, ik moet er niet meer zo over nadenken en er zijn momenten bij dat ik echt van deze Tai-Chi-les geniet. Heeft de lesgeefster dit gezien...? Ik weet het niet, maar het is in ieder geval zij die na de les aan het organiserende bestuur voorstelt of ik me niet per les mag inschrijven in plaats van voor de volledige lessenreeks. Ik ben wat overdonderd, ik zou het zelf nooit (durven) vragen. Ik had intussen zelf net gezegd dat ik niet opnieuw ga inschrijven omdat ik niet elke keer kan komen... Enerzijds zou het mooi zijn moest het mogelijk zijn in te schrijven per les, anderzijds wil ik niet "die uitzondering" zijn. We zullen zien, het voorstel van de lesgeefster gaat voorgelegd worden aan de voorzitter...
Na de Tai-Chi-les leg ik me bij Onze Jongste in de zetel. Ze geniet volop van haar luilekkerdagje! Na het middageten lokt de zon en trek ik mijn wandelschoenen aan. Het wordt een tienminutenwandeling met prachtig weer. Maar bij thuiskomst is de batterij meer dan plat. Ik zet alles voor het avondeten al klaar, check mijn werkmail en ga dan rusten.
Heb ik al gezegd dat ik honderdeneen alarmpjes heb staan in mijn gsm? Wel, deze week moesten dat er blijkbaar honderdentwee zijn, want ik ben onaangenaam verrast als ik na een smsje ontdek dat ik Onze Oudste moest gaan ophalen. Vergeten! Een flinke hoeveelheid cola, wat gesuikerde koeken en de auto in. Op de heenrit twee keer de bareel aan de spoorwegovergang met telkens twee treinen. Inclusief goederentrein met elfendertig wagons... Enfin, blij dat ik terug thuis ben. Koken, eten, afruimen en dan eigenlijk... gewoon wachten tot de kinderen zijn gaan slapen zodat ik ook kan gaan slapen. Slaapwel!




Kreun... De combinatie Technopolis én Tai-Chi én wandelen is precies te veel van het goede geweest. Het doet me wel beseffen dat de Lego-expo waar we graag naartoe willen, nog niet voor morgen gaat zijn… Ook mijn wishlist (= NansMetEpsteinBarrs voor to-do-list) kreunt op deze dinsdag, ik had gehoopt deze wat korter te maken vandaag, maar dat idee laat ik varen. In plaats daarvan kruip ik na het ontbijt de zetel in. Mijn Lijf is moe maar mijn hoofd draait op volle toeren, ik maak me druk over al wat zou moeten en niet kan. Een DVD-tje brengt rust in hoofd en leden.
Na de middag besluit ik toch mijn Revalidatie 5.0-wandeling te maken en kies om te voet wat fruit en broodbeleg te gaan kopen in de dorpswinkel. De trip naar de winkel verloopt prima, op de terugweg heb ik soms het gevoel dat ik aan een trektocht bezig ben. De rugzak met boodschappen weegt ongelooflijk zwaar en een "vals plat" lijkt een stevige bergop. Het hoeft niet te verwonderen dat ik blij ben dat ik thuis ben. Het avondeten maak ik alweer zittend op mijn krukje en nadien is het, net zoals gisteren, wachten tot de kinderen slapen zijn om zelf onder de lakens te kruipen. Goeienacht!


dinsdag 11 februari 2014

Opklaringen?


Deze woensdag start ik langzaam, moe en met spierpijn. En slechtgezind. Heel slechtgezind. Ik kreeg een uitnodiging om mee naar een optreden van Daan te gaan en heb 24 uur lopen tobben vooraleer ik de knoop doorhak. Ik ga dolgraag naar liveoptredens, maar als ik eerlijk ben, weet ik dat Het Lijf dit momenteel niet aan kan. Een doordachte beslissing, maar ik zou er graag bij geweest zijn...
Als Onze Jongste ‘s middags uit school komt, wil ze eerst nog naar een ziek klasgenootje huiswerk wegbrengen. Het duurt sowieso nog een uur eer Onze Oudste thuiskomt en we wachten steeds op haar om te eten. Ik vind er dus niets beter op dan dat stramme en humeurige lijf te laten zakken in een heet bad. Wat later hoor ik aan het gestommel dat Onze Jongste terug thuis is, maar mijn ogen vallen uit hun kassen als ze fier de badkamer komt binnengestapt. Ze draagt een groot dienblad met gesmeerde boterhammen, een appel in de vorm van een vogeltje gesneden, een grote mok met warm water en mijn twee favoriete theesoorten ("dan kan je kiezen, Moeke"), mijn favoriete koude drankje én een dessertje. Nu is een tropisch warme badkamer niet echt de ideale omgeving om te lunchen, maar ik smelt. En niet alleen van de hitte! Zo'n schat, toch niet te geloven...
Als Onze Oudste na het eten aan haar huiswerk begint, starten Onze Jongste en ik een spelletjesnamiddag. Valkuil, Scrabble, Moord in Maanlicht en tenslotte... Monopoly. Daar gaan we allebei zo in op dat Onze Oudste af en toe eens poolshoogte komt nemen, gelokt door het lawaai. We zijn nog altijd aan ons eerste (heel lange) partijtje Monopoly bezig als een zoen van Mijne Ridder me bij zijn thuiskomst eraan herinnert dat ik het avondeten helemaal vergeten ben! Onze Jongste en ik laten alles liggen en beloven elkaar na het avondeten verder te spelen. En dat doen we!



 Nadat donderdagochtend iedereen vertrokken is naar werk en school, kruip ik achter mijn bureau. Ik zit volop verdiept in het boeken en betalen van vakantiekampen als ik opschrik van de deurbel. Het is mijn nicht die binnenspringt voor een koffieklets. Een hele lange (maar ook heel gezellige) koffieklets, want als zij vertrekt is het hoog tijd voor mij om me om te kleden voor mijn afspraak voor de stamceldonatie. De actie "Red Ed" spreekt me enorm aan omdat ook Ed geveld is door het Epstein-Barr-virus. Waar ik alleen vecht tegen vermoeidheid, heeft Ed minder geluk. Ed vecht momenteel voor zijn leven en zijn enige redding is een stamceldonor die matcht. Ik heb me geïnformeerd en om me te registreren als stamceldonor volstaat een bloedstaaltje. Het zou onverantwoord zijn om mijn lichaam op dit moment een volledige bloedgift te laten ondergaan! Mijne Ridder komt thuis en gaat met me mee. Bij de aankomst in het bloedtransfusiecentrum doorlopen we allebei de papierwinkel en ik ga als eerste binnen bij de arts. De teleurstelling is groot als ik geweigerd word als stamceldonor. Meer nog, ik word voortaan ook definitief uitgesloten als bloeddonor. Ik kan niet zeggen dat het afsluiten van dit jarenlange hoofdstuk me onverschillig laat... De Rode Kruis-arts vertelt me ook dat een van zijn patiënten er drie jaar over deed maar wel genas van Epstein-Barr. Dat is dan weer hoopgevend.
Met deze twee gemengde gevoelens zet ik me naast de ligzetel van Mijne Ridder, die bloed én een staal voor stamceldonatie mag geven. In een mum van tijd is het gefixt en we zijn nog op tijd thuis voor de kinderen uit school komen. Ik ben intussen pompaf en besluit luiewijvenkost te maken. Krijg ik die pot met spaghettisaus niet eens open, zeg,  grmbl.
Enfin, na het avondeten is ondergetekende aan het einde van haar Latijn. Ik ga gelijktijdig met Onze Jongste slapen terwijl Mijne Ridder wacht tot Onze Oudste thuiskomt van de turnles.


Alle hens aan dek op deze vrijdag. Onze Jongste heeft geen school vandaag en ik heb haar een tripje naar de stad beloofd. Haar doel is “Claire's”, teenager heaven, en ze heeft de inhoud van haar spaarpot al in haar portemonnee gekieperd. We maken er een rustig winkeltripje van en gaan samen een hapje eten. Onderweg naar huis overtuigt Onze Jongste me om een van haar lievelingstaarten te maken. Tussenstopje bij de supermarkt om eieren en yoghurt te halen. Thuis bereid ik het avondeten voor terwijl ik de dessertenchef begeleid bij haar taart. De koelkast moet verder voor de smaken zorgen en ik kan eindelijk naar de zetel. De DVD-speler zorgt voor rust tot het tijd is voor het avondeten. Dat is maar op te warmen en na het eten vertrek ik met Onze Oudste naar de opening van de tentoonstelling van haar tekenacademie. Stomverbaasd dwaal ik daar tussen de werken van 12 tot 17-jarigen. Echte prachtstukken! Apetrots ben ik als ik haar werkje, een hoofd uit de tijd van Vesalius, zie staan.
Als ik nu thuis kom, is mijn pijp echt wel uit, maar de dag is ten einde.









Mijn zaterdag start goed. Kort na de middag loopt het batterijtje onverwacht leeg. Ben ik te hevig geweest? Ik kruip de zetel in met een dik boek met de fantastische veelbelovende titel “De 100-jarige man die door het raam klom en verdween” terwijl de rest van het gezin naar de winkel of de academie is. Dertig pagina's later is de concentratie foetsie. "Slaap maar efkes", zegt Mijne Ridder als hij thuiskomt. En dan weet ik niks meer. Als ik wakker word, heeft Mijne Ridder al gegoogle'd hoe hij het avondeten moet klaarmaken. Wat 'n schat toch...

Zondagochtend voor het opstaan gun ik mezelf een piekermoment. Het optreden dat ik vanavond ga missen, passeert de revue. Het Lijf kan dat momenteel niet aan en dat besef ik ten volle, maar dat neemt niet weg dat het prikt. De teleurstelling van de kinderen omdat ze niet naar het Salon du Chocolat kunnen, komt ook langs. Enkele uren rondsjokken op een drukbezochte beurs is ver buiten de mogelijkheden van Het Lijf. Ook hier weet het verstand dat dit de juiste keuze is, maar mijn moederhart bloedt. Het zoveelste dat ik hen niet kan gunnen... Het waarom van de leeglopende batterij gistermiddag staat ook op het piekerlijstje. Volgens Mijne Ridder ben ik inderdaad te hevig gestart gisterochtend. Het is niet de eerste keer dat dit me overkomt. Van zodra mijn batterij voldoende is opgeladen, springt de normale Nansmodus aan. Dat betekent bijvoorbeeld op een drafje van de keuken naar de eetkamer en de trap met twee treden tegelijk nemen. Het gebeurt automatisch en ik ben er me steeds pas achteraf van bewust. Als het te laat is d.w.z. als de batterij alweer leeggezogen is en ik alleen maar kan platliggen. Dit en meer tolt allemaal door mijn hoofd nu ik mezelf een "IkVindHetAllemaalErgEnOneerlijk"-moment toelaat.
Het Lijf heeft geen topdag vandaag. Na het middageten met z'n viertjes de auto in. Om de pil van het gemiste chocoladesalon te verzachten, gaan we naar de film. We kiezen Metropolis, daar kan je bijna ín het bioscoopcomplex parkeren. De tickets boekten we van thuis uit dus we hoeven niet aan te schuiven.
Op de terugweg op de autosnelweg valt me ineens de blauwe streep tussen het grijs op. Een opklaring! Dat maakt me blij!
’s Avonds ga ik slapen op het uur dat Daan net aan zijn optreden zal zijn begonnen.




Als de wekker maandagochtend om halfzeven afloopt, wijst niets erop dat ik net 10 uur heb geslapen. Ik hou me de hele voormiddag rustig, want ik zou graag deze namiddag naar een infosessie op het werk gaan. Eerst een uur of twee horizontaal, daarna maak ik een paar telefonische afspraken voor de gezinsleden. Wat later zit ik omringd door Bongobons aan tafel. Ik ben dol op Bongobons, begrijp me niet verkeerd! Alleen is de moeilijkheid nu om de afspraken vast te leggen want... hoe gaat Het Lijf zijn die avond/dag van afspraak...? Ik leg ze opnieuw weg en leg me nog wat neer. Na een boterham de auto in en naar het station. Aan "onze" kant staan beide parkings vol, gelukkig vind ik aan de overkant nog een plaatsje vrij. Ik ben ruim op tijd, dus moet me niet haasten om de trein te halen. Telkens als ik lang afwezig ben geweest op het werk, ben ik nerveus. Ook deze keer is geen uitzondering en ik reis met zenuwen en al naar Brussel. Als ik toekom, ga ik direct naar het auditorium in de hoop op een zitplaats. Oef, ik heb een stoeltje! En zoals altijd zijn mijn zenuwen onterecht, want ik krijg een warm welkom van mijn collega’s. Na een tijdje bij hen is mijn mentale batterij in ieder geval opgeladen!


Tot mijn grote verbazing kan ik vlot opstaan dinsdagochtend. Het Lijf blijft me verrassen want het heeft de Brusseltrip blijkbaar goed verteerd. Toch wil ik niet de fout van zaterdag maken en kom dus maar langzaam op gang. Een was ophangen, was sorteren, proper wasgoed wegleggen, ik vul er, afgewisseld met liggend lezen, mijn hele voormiddag mee. (Ongelooflijk, hé, vroeger was dat rap rap tussendoor.) Tegen de middag stap ik onder de douche en daar krijg ik het voor het eerst moeilijk. Begrijpe wie begrijpen kan, het is niet zo dat ik de sirtaki sta te dansen onder de waterstraal! Ik eet wat en rust opnieuw tot ik me beter voel. Dan vertrek ik naar de supermarkt. De voorbije weken lukte dit me niet zonder assistentie, vandaag wil ik het opnieuw proberen. Het lukt. Ik vermoed dat sommigen in de winkel me zullen verdenken van het slikken van pretpillen, want ik ben écht blij. Epstein-Barr pakt me het sporten af, verhindert me te gaan werken, maar bij momenten raakt hij ook aan mijn zelfstandigheid... Eens thuis kan ik de boodschappen zelf wegzetten (hoera!) en leg me een uurtje neer.
Ik heb het al de hele dag koud en daarom heb ik het lumineuze idee om na het rusten buiten in de kou een korte wandeling te gaan maken. Dat is toch alweer eventjes geleden, nietwaar. Het wordt kort maar heerlijk uitwaaien. De wind snijdt, de regen waait in mijn gezicht, tintelfris word ik ervan! Als ik bijna thuis ben, wandel ik voorbij een veldje waar de buurman hout staat te klieven. Hij komt even vragen hoe het met me gaat. Blijkbaar had ook een andere buurman die vraag gesteld en de conclusie was geweest dat het niet zo goed met me ging omdat ze me nauwelijks zagen. Een correcte conclusie in ieder geval, maar ik hoop dat ze me nu weer wat vaker mogen zien!