Zondagochtend is het, tegen de voorspellingen in, prachtig
weer. Droog weer, blauwe lucht, de ideale omstandigheden om acht kleine
wieltjes onder m’n voeten te binden!
Over de locatie hoef ik niet lang na te
denken. Op vijf minuutjes (elektrisch) fietsen ligt een zalig asfaltje op mij
te wachten. Ik parkeer de fiets aan het station en wandel naar het
verkeersvrije fietspad naast de treinroute. Vooraleer ik me in mijn
in-lineskates en veiligheidsoutfit hijs, controleer ik snel of er niet te veel
modder op het asfalt ligt. Het fietspad ligt in de velden en de tractors durven
al eens moddersporen op het asfalt achter te laten. Als fietser merk je dit
nauwelijks, als in-lineskater des te meer. Je kan een pijnlijke smak maken als
je wieltjes achter zo’n modderklonter blijven steken. Maar vandaag ligt de weg
er redelijk proper bij, ook niet te veel kiezeltjes. Ik plof neer in het gras
en trek in-lineskates, knie-, elleboog- en polsbeschermers aan. Het ziet er
idioot uit, maar liever dat dan weken immobiel bij een eventuele breuk! En daar
ga ik. Zàààlig! Wat heb ik DIT gemist! Ondanks de wielertoeristen lukt het me
om met lange slagen over de hele breedte van het pad snelheid te maken. De
dochters, die me met de fiets volgen, klagen dat ik te snel rijd en ze me niet
kunnen volgen. Grapjassen! Aan het brugje keer ik om. Ohlala, tegenwind! Ik
maak opnieuw lange slagen en het is echt tegen de wind in beuken. Ik geniet. Opeens
proef ik de wat zoutige smaak in mijn mond die erbij hoort als ik wat dieper ga.
“Dit zou de revalidatiearts vast niet ok vinden,” denk ik maar ik duw de
gedachte snel weg en ga door. Aangekomen
aan mijn startpunt, zie ik op Movescount dat ik nog maar zes minuten heb
gereden. Onmiddellijk draai ik me om en rijd opnieuw richting brug. Heerlijk is
dit! De in-lineskates zitten fantastisch.
Ze zijn nog maar weinig gebruikt want
ik had ze nog niet zo lang toen ik ziek werd. Mijn vorige paar, van het merk
CCM, gaf me steeds pijnlijke voeten en vooral zere kuiten. Toen ik op zoek ging
naar een meer comfortabel nieuw paar, bleek dat het merk K2 vrouwen- en
mannenmodellen had. Vrouwenkuiten zijn anders dan mannenkuiten en de schoen op
de vrouwenmodellen van K2 –in-lineskates is daaraan aangepast. Bij het
bruggetje maak ik rechtsomkeer en met een mengeling van spijt en opluchting
schaats ik opnieuw tegen de wind naar mijn beginpunt. Daar wacht ik op de rest
van het gezin. Ik kruip vanachter op de fiets bij Mijne Ridder en zo rijden we,
tot groot jolijt van onze dochters, met acht kleine wieltjes en twee grote
wielen terug naar het station. Terwijl ik terug mijn schoenen aantrek,
ondergaat de elektrische fiets een grondige testsessie. Te korte beentjes of
niet, de parking wordt omgetoverd tot testparcours. Maar ik wil eigenlijk graag
naar huis, het is genoeg geweest voor Het Lijf. Eens thuis kruip ik in de zetel
en daar kom ik de rest van de dag niet meer uit. Maar als je me vraagt of een
kwartiertje in-lineskaten een dag platliggen waard is, zegt ik volmondig “JA!”.
Maandagochtend ben ik nog altijd niet in vorm. Felix naar de
dierenarts brengen, geef ik dan maar uit handen. Na de middag komt er wat leven
in Het Lijf en tegen vier uur fietsen drie paar wielen naar het ijssalon. Onze
Jongste heeft geen school en een hele dag aan huis gebonden is nu niet echt een
verwennerij. Bij thuiskomst mogen we Felix bij de dierenarts gaan halen. Hij
heeft de ingreep en verdoving goed doorstaan en is nu een jonge gecastreerde
kater.
De ochtendwieltjes op dinsdag werken niet zo goed mee. Een
treinstel met maar drie wagons in volle spits zorgen ervoor dat de trein
overvol zit en ik rechtstaand tot Brussel spoor. Er is een tijd geweest dat zo’n
start de rest van de dag hypothekeerde, maar vandaag verteert Het Lijf het
rechtstaand reizen prima. De rit terug naar huis loopt wel op wieltjes, want ik
heb een zitplaats op de trein en aan het station komt Mijne Ridder mij afhalen.
Zoals altijd op vier wielen, maar vanavond net even anders. Andere avonden komt
hij met de auto, vandaag heeft hij twee fietsen bij. Hij neemt mijn rugzak van
mij over en hand in hand fietsen we naar huis.
Woensdag overvalt een prachtige zonsopgang me. In alle
vroegte lijkt het of de hemel in brand staat. Prachtig! Het wordt een mooie dag
en na thuiswerk en school, brengen onze wielen ons naar de Standaard
boekhandel. Het nieuwe Heerlijke Hoorspel van Het Geluidshuis is uit en daar
hebben onze kinderen graag een fietstochtje voor over!
Op donderdag wacht me een nieuwe uitdaging: op de fiets naar
Gasthuisberg. Na een voormiddagje rustig aan doen, duffel ik me warm in vertrek
om half drie met de elektrische fiets. Halfweg stop ik en trek m’n jas uit. Zelfs
ik heb het veel te warm! Bij aankomst in de Gasthuisberg is het even zoeken
naar de fietsenberging. En in de fietsenberging was het natuurlijk even zoeken
naar een plaatsje voor de kostbare fiets. Uiteindelijk heb ik toch een plekje
kunnen bemachtigen waarbij ik de fiets ergens kon aan vastketenen. Het
inchecken aan het onthaal doe ik zoals altijd elektronisch met de SIS-kaart en
ruim op tijd meld ik me aan bij de juiste dienst. En dan begint het wachten. In
de wachtzaal staat de televisie aan, Dr. Oz levert ons zijn wijsheid.
Uiteraard, want de wereld heeft meer nood aan hypochonders en zelfverklaarde
dokters… Na de bloedname heb ik altijd een uurtje “vrij”. Ik installeer me in
de inkomhal en de tijd tijdens het mensenkijken vliegt voorbij. Terug in de wachtzaal kruipt de tijd. Als één van de laatste patiënten kom ik aan
de beurt. Als ik terug buitenstap, blijkt dat ik de laatst overgebleven patiënt
ben. In een verder lege wachtzaal duffel ik me warm in en rep me naar de
fietsenstalling. Het is intussen al zeven uur ’s avonds en ik zou graag voor
het donker thuis zijn. Tegen mijn gewoonte in zet ik de ondersteuning van de
elektrische fiets op de hoogste stand en ga er als een speer vandoor. Op de
terugrit ben ik zes minuten sneller dan op de heenrit!
Vrijdag wacht me een ander paar wielen. Voor het eerst sinds
lang rijd ik met de auto naar het werk. Ik ben een hele tijd nogal onzeker
geweest achter het stuur nadat ik, met de kinderen op de achterbank, door het
rood ben gereden. Meermaals. Gewoon te moe, te veel op automatische piloot,
te moe om me te concentreren. Maar die periode is gelukkig voorbij en ik schuif
geduldig aan in de file richting Brussel. Op StuBru is Michiel Vandeweert gast-DJ. Wat ’n kerel! Slechts 15 jaar, maar een indrukwekkende persoonlijkheid.
En een goeie muzieksmaak! Ik rijd bijna een uur op die nog geen 30 kilometer,
maar stap fit uit de auto. Na het werk ben ik taxichauffeur van dienst. We
rijden naar Puurs om met een aantal collega’s de Duvelbrouwerij te bezoeken. Ik
geniet enorm : van de heenrit (met DJ!), van het brouwerijbezoek, van het
gezwans tijdens de bierdegustatie en van de terugrit (opnieuw met DJ!). Nergens
het gevoel gekregen dat ik nu-direct-onmiddellijk moet gaan zitten, heer-lijk.
De Jonge Oude ik eigenlijk.
Zaterdag komen er geen wieltjes aan te pas. ’s Ochtends ga
ik met Mijne Ridder boodschappen doen. In al mijn optimisme koop ik slechts
voedingswaren aan voor twee dagen. Maandag ga ik naar de diëtiste en ik hoop
dat mijn menu geweldig uitgebreid gaat worden! Maar vandaag is het nog zaterdag
en in de namiddag vertrek ik voor een paar uurtjes naar dromenland. Als ik
wakker word, heb ik een missie. Ik moet wat zoeken en ik moet ze wat afstoffen
maar wat ben ik blij om ze nog eens aan te kunnen trekken: my dancing shoes. En
nu moeten jullie mij excuseren, want er is een feestje dat op me wacht!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten