Zaterdag trek ik mijn dancing shoes aan. Het is een hele
fijne avond en het wordt laat. Of vroeg, afhankelijk van hoe je het bekijkt
natuurlijk.
Het opstaan de volgende morgen verloopt niet zonder slag of
stoot. Toch lukt het ons om de kinderen tegen de middag op te halen bij mijn
ouders en maar –kuch- een half uurtje te laat aan te komen bij de vrienden
waarmee we afgesproken hebben. Nadat alle buikjes zijn gevuld, trekken we naar
het speelbos. Het is veel te lang geleden dat we elkaar nog eens hadden gezien
en klein en groot genieten van het weerzien. Ik ook, maar toch begint dat
verrekte Lijf tegen te pruttelen. Terwijl ik in mijn hoofd mijzelf mee die
houten draak zie beklimmen of die totempaal opklauteren, ben ik in
werkelijkheid al blij dat ik overeind blijf. Bij de aankomst aan de auto op de
parking wil ik eigenlijk alleen maar naar huis. De kinderen reageren
enthousiast op het voorstel om nog te barbecueën, wat mijn schuldgevoel over
het naar huis willen alleen nog maar vergroot… In de auto stel ik Mijne Ridder
voor dat hij mij thuis afzet en zelf met de kinderen wel mee eet. Maar dat wil
hij niet. Lief, maar ik voel me er niet beter door. Eens thuis ontdooit de
microgolf voor mij een soepje en warmt voor de anderen ravioli op. Nog maar eens “luiewijvenkost”,
zoals wij dat noemen.
Op maandag staat de afspraak met diëtiste Christine Tobback op de kalender.
Wat ben ik benieuwd naar wat ze te zeggen heeft! Alhoewel ik me niet op m’n
best voel, haal ik toch de elektrische fiets van stal. Mijne Ridder fietst met
me mee. Het is fris op de fiets, maar toch geniet ik er van. We kiezen de
fietssnelweg en we zijn netjes op tijd. Net zoals de vorige keren is het
wachten geblazen. Terwijl het licht in de wachtzaal telkens uit valt, denk ik
aan de eerste keer dat ik hier zat, in maart. Toen heb ik een tijdje in het
donker gezeten omdat ik het niet kon opbrengen om telkens recht te staan om het
licht aan te steken. Als je ziet waar ik vandaan kom, heb ik toch al een mooi
parcours afgelegd! Als het aan mij is, vertel ik de diëtiste mijn verhaal van
IJsland (april) tot nu. Diëtiste Christine Tobback stelt nog bijkomende vragen
en denkt nog steeds dat de vermoeidheid veroorzaakt wordt door mijn lever.
Suiker en vet blijven voor mij uit den boze, voorzichtig zijn met inspanningen
(melkzuur wordt blijkbaar ook afgebroken door de lever) en voorzichtig beginnen
experimenteren met voedingsmiddelen mag. Dat laatste klinkt aanlokkelijk.
Experimenteren met kruiden mag ook, specerijen liever niet. Huh, is daar dan
verschil tussen? Thuis maar eens google-n. Na de afspraak fietsen we naar Essenza,
waar ik “toegelaten” chocolade, quinoavlokken en Stevia vind. Een beetje verder
belanden we op het verwarmde terras van een coffeeshop. Ik speur de menukaart
af naar iets dat geen kwaad kan en zal voor deze ene keer eens geen water
moeten drinken! Even later prijkt er een versgeperst appelsapje voor mijn neus
en ligt er een fleecedekentje op mijn knieën. Op de fiets terug naar huis krijg
ik het alsmaar lastiger en de laatste loodjes wegen echt het zwaarst. Wat heeft
me toch bezield om te willen fietsen? In mijn hoofd geniet ik er echt van,
zeker nu het zonnetje een beetje warmte geeft. Maar Het Lijf protesteert
luidkeels.
Dinsdag is Brusseldag. Het is een fijne werkdag, goed gevuld
en ook hier geniet ik van. Ik doe mijn werk echt graag. Daar tegenover staat
dat ik ’s avonds ontzettend blij ben dat ik thuis ben, maar dat heeft dan alles
met mijn fysieke vermoeidheid te maken.
Over woensdag kan ik kort zijn: in de voormiddag schrijf ik
het verslag van de vergadering van gisteren, behandel mijn mails, plan
vergaderingen en beantwoord vragen. De rest van de dag breng ik zo goed als
horizontaal door. Mentaal heb ik een dipje: ik ga toch niet terug achteruit, hé…?
Donderdagnamiddag trekken Mijne Ridder en ik naar Gent. Wat
heb ik hier naar uitgekeken! Ik vind Gent een toffe stad en droom al maanden om
hier nog eens rond te lopen. We eten een hapje en ik gooi voor een keer het
dieet compleet overboord. Tot het laatste kruimeltje, het laatste druppeltje, het
laatste korreltje, het laatste vezeltje, mijn bordje vertrekt leeg naar de
keuken. De afwasser zal er niet veel werk aan hebben. Nadien wandelen we door
de regen naar de fietswinkel. Mijne Ridder waant zich in wonderland, ikzelf
kijk toe vanop een krukje. Ik ben blij voor hem, deze fietswinkel stond al eeuwen
op zijn verlanglijstje. Hij kijkt en probeert, weegt en beoordeelt. En na een
proefritje is hij helemààl verkocht. Ons budget staat momenteel echter zo’n
dure fiets niet toe. Misschien, als ik ooit terug voltijds werk…? We begeven
ons terug door de regen, op zoek naar een kadootje voor een verjaardagsfeestje.
Ondanks dat Het Lijf niet opperbest is, ben ik echt gelukkig. Dancing inside my
head, noem ik het. Ik wil dansen en springen van blijdschap, maar Het Lijf wil
niet mee. Dus dans en spring ik, klauter en klim ik, in mijn hoofd. Bij
thuiskomst is mijn mentale batterij vol en mijn fysieke batterij leeg. Vroeg
onder de wol!
Vrijdag is opnieuw Brusseldag. Een speciale nog wel, want
samen met enkele collega’s trakteer ik voor mijn verjaardag. Enfin, onze verjaardagen. Het is intussen
enkele weken (zelfs maanden) geleden dat ik op een nieuwe tram sprong, maar
voor een feestje is het nooit te laat, hé. Ik heb schatten van collega’s die gisteren
de boodschappen deden en alle drank al gekoeld hebben. Enerzijds vind ik het
erg dat ik ook hier weer mijn steentje niet heb kunnen bijdragen, anderzijds
ben ik maar wat opgelucht dat ik niet mee moest. Mijn rustmoment ’s middags komt
net op tijd en doet echt deugd. Wat een zalig halfuurtje! Nu ik halftijds werk,
zijn mijn Brusseldagen veel te kort. Ook vandaag heb ik nog een stukje werk
over aan het einde van de dag. Ik heb m’n best gedaan en sluit mijn
computer af. Het hoekje waar ik werk, zal zodadelijk de locatie van de verjaardagsreceptie zijn.
Even later ontkurken we de eerste flessen en flesjes en het wordt een gezellige
boel. Opnieuw geniet ik. Zoveel mooie momenten weer deze week, al is het
dan zittend van op een stoel, een boomstam, het krukje van de winkelier of mijn
eigen bureau, ik beleef het. Dancing inside my head!
Onze Oudste mag met een aantal vriendinnen naar zee en ’s
ochtends brengen we haar naar het huis van het jarige vriendinnetje. Nadien
reppen we ons naar de muziekschool om Onze Jongste af te zetten. Bij thuiskomst
trek ik mijn pyama aan en kruip opnieuw tussen de lakens. Ik slaap bijna drie
uur en grote honger jaagt me uiteindelijk mijn bed uit. Onze Jongste is al lang
terug thuis van de muziekschool en is muisstil geweest terwijl ik sliep. De
schat! Na de (late) lunch trekken we naar de supermarkt, bij thuiskomst ga ik
weeral in de zetel liggen voor ik begin te koken. Ik mag de vuile afwasboel
laten staan en prijs mezelf nog maar eens gelukkig met zo’n fantastische,
begripvolle echtgenoot en twee lieve dochters. Mijne Ridder en onze twee
prinsessen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten