Als woensdagochtend om acht uur de kinderen naar school zijn
vertrokken, ga ik opnieuw even slapen. Een uurtje nog, sus ik mezelf.
Uiteindelijk schrik ik me een ongeluk als ik mijn ogen terug open. Elf uur al…
Douchen, aankleden, ik ben klaar voor het jonge geweld! Enfin, geweld. Er komen
drie vriendjes spelen en zoals altijd verloopt dat probleemloos en zachtjes.
Geen ruzies op te lossen, geen conflicten uit te vechten, niets van dat alles,
heerlijk. In de loop van de namiddag neem ik de vier jongsten eventjes mee naar
buiten zodat Onze Oudste wat schoolwerk kan doorworstelen. Een verplichte stop
is de wei van de ezeltjes en… het Prottende Paard. Dat niet doet wat het altijd
doet! Ze staat in een andere wei, zou het gras hier minder –euh- gasvorming
veroorzaken…? In ieder geval, de kinderen vinden het jammer (en ik eigenlijk
ook!). Eens thuis kijken ze naar een film en lees ik wat. Later
smullen we nog van de heerlijke pralines van vriendin/chocolatier-in-wording…
Donderdag om vier uur 's ochtends zit ik aan de pijnstillers nadat een
orkaan van een migraine-aanval me gewekt heeft. Het is die Zoete Zonde, die verdomde
maar te lekkere chocolade... Over de rest van de dag kan ik kort zijn: slapen,
rusten en medicatie. En hopelijk wat energie bijeen sprokkelen voor morgen.
Onze Oudste heeft geen school deze vrijdag. Zij is altijd de
eerste die moet vertrekken ’s ochtends. Nu die tijdsdruk wegvalt, kunnen we ons
in slowmodus klaarmaken. Ik breng zelfs Onze Jongste met de auto naar school,
dat scheelt ook weer een half uur. Ik wil graag Onze Oudste vandaag verwennen,
maar omdat iets actiefs er niet in zit, stel ik voor ergens te gaan ontbijten.
Dat kan op enthousiasme rekenen! Naast het Stadhuis vinden we een tof
restaurantje waar ze bagels serveren. En vers fruitsap. En croissants. En
muffins. En brownies. Alles lijkt even lekker, maar na de (belegde) bagels
kunnen we niet echt van honger meer spreken. Als we nu van alles de helft
proeven? Zo gezegd, zo gedaan. Had ik gisteren niet iets gezegd over verdomde chocola...?
De herinnering aan de migraine is blijkbaar al genoeg vervaagd, want ik stórt
me op mijn helft van de warme brownie. Schandalig lekker! Na de ontbijtsessie
gaan we op ziekenbezoek bij de meter van Onze Oudste. Ze was enkele dagen
opgenomen in het ziekenhuis maar is gelukkig weer thuis. Haar oogjes staan nog
wat flauw, verder is ze haar eigen vrolijke zelf. Helaas loopt mijn batterij
onverwacht leeg en ik ben opgelucht als ik in de auto naar huis zit. Thuis linea
recta naar de zetel, waar ik pas uit kom om aan het eten te beginnen. Het is
deze week de eerste keer dat ik me niet dooderger tijdens het platliggen.
Waarschijnlijk heeft de fijne voormiddag, waar ik ook echt voldoening aan heb,
er iets mee te maken. Hopelijk volgen er vaker zulke fijne momenten!
Nog voor ik mijn ogen open, voel ik een migraine-aanval door
mijn hersenpan jagen. Die brownie, he,
die brownie... Ik heb niet goed onderhandeld, ik had er twee moeten eten. Zo'n
migraine voor zo'n half brownietje, dat is echt de moeite niet! In combinatie
met een platte batterij belooft dit een “interessante” dag te worden. Vandaag
bestaat mijn zaterdag uit het rondbrengen van mijn geliefden: Mijne Ridder naar
de werf van m'n ouders, Onze Jongste van en naar de muziekschool, Onze Oudste
van en naar de Tekenacademie. Tussen de vijf verschillende ritten zit telkens
een uur tot tweeëneenhalf uur. Tijd die ik gebruik om te rusten en te slapen.
Mijn vrienden Pepijn Pijnstiller (bij het rusten) en Lola Cola (bij het
autorijden) zijn nooit ver weg. Intussen lijkt het erop dat de migraine zijn
tenten definitief heeft opgeslagen net achter mijn linkeroog, ik voel het ritme
waarmee het hamertje de haringen vastklopt. Tegen 's avonds overweeg ik om via
mijn linkeroogkas met mijn vinger in mijn hersens te gaan roeren en die
tentharingen los te rukken. In plaats daarvan kruip ik met een pijnstiller
onder de lakens.
Zondagochtend timmert de migraine nog altijd verder aan zijn
tentje, maar het kampvuur is al gedoofd. Toch bescherm ik mijn getormenteerde
hoofd met een dikke muts, sjaal en een zonnebril vooraleer ik buiten stap. Het
is schitterend weer en ik moét gewoon naar buiten, de velden lonken, het is
meer dan drie weken geleden dat ik er geweest ben. Het energiepeil staat nog
altijd laag, dus ik pak het verstandig aan. Ik beslis enkel de vlakke veldwegen
te nemen en halverwege gewoon terug te keren. Op die manier moet ik nooit
“klimmen”. Het is heerlijk buiten. Ik ben ingeduffeld als een poolreiziger,
maar daarin ben ik niet alleen zie ik als een andere wandelaarster tegen kom.
Wandelschoenen, dikke muts en een sjaal tot boven de neus, ze draagt hetzelfde
uniform. Alleen de zonnebril heeft ze thuisgelaten. Ik ben blij als een klein kind
als ik wat later met mijn enkels tot in de modder sta en de omgeving kan
overschouwen. Heel even maar, dan draai ik me om en wandel op mijn eigen
stappen terug. Die leiden me ook langs de wei van het Prottende Paard. Op de
heenweg had ik haar niet gezien, nu wel en ze begroet me op de vertrouwde
manier: met een stevige wind! Woensdag weigerde ze dienst toen ik de kinderen
bij had, nu trekt ze alle sluizen open. Het is me er eentje… Even voorbij het
Prottende Paard overvalt me uit het niets de vermoeidheid weer, als een loden
deken dat op me wordt gegooid. Gelukkig is het niet ver meer. Eens thuis moet
ik horizontaal de batterij herladen. Veel meer zit er de rest van de dag niet
meer in… maar… in de loop van de namiddag trekt de migraine eindelijk weg. Hoeraaaa!
Net als vorige maandag weet ik niet goed of ik vandaag al
dan niet naar de Tai-Chi-les ga. Ik besluit het nog een kans te geven en met dit
sputterende Lijf een les mee te volgen. Tja, wat kan ik zeggen... Het Lijf
en ik zijn lijfelijk aanwezig in de les, zoveel is zeker. Van een succes kan ik
niet echt spreken, het grootste deel van de les heb ik op een stoel gezeten.
Het afsluitende stuk van de les stond mijn stoel zelfs in de kring, op
initiatief van de lesgeefster. Daar zit je dan, als enige op een stoel tussen
allemaal dames die op papier een stuk ouder zijn dan jezelf maar wel de hele
les rechtstaand deelnemen. En ik zit daar dan tussen met Het Lijf van 85 jaar. Na
de les krijg ik een lift van één van de dames en we blijven een hele tijd
napraten in de auto. Een dame die bruist van energie en met een gekke kronkel
in haar hersenen, echt een toffe madam! Eens thuis struin ik eerst de
voorraadkasten en de diepvries af op zoek naar eten voor vanavond. Ik zou eigenlijk boodschappen moeten doen… In
plaats daarvan wordt het zetel, tot mijn gezin arriveert. Na het avondeten
rijdt Mijne Ridder met mij naar de supermarkt. Voor de tweede keer vandaag ben
ik boos op Het Lijf. Dat Mijne Ridder na zijn dagtaak nog mee boodschappen moet
gaan doen terwijl ik de hele dag thuis ben, maakt me boos en opstandig. Het is
helaas niet anders en gelukkig zie ik… “de aardbeidief”! Het maakt op slag mijn
dag goed. “De aardbeidief” is een man die ik in de zomer aardbeien uit bakjes
zag halen om de zijne extra hoog te vullen. De aardbeibakjes werden per stuk
verkocht en niet per gewicht. Ik stond naast hem aardbeien te kiezen, dacht
eerst dat ik niet goed gezien had, maar hij deed ongegeneerd verder. Ik was
sprakeloos… Tot hij achter ons aan de kassa stond, dan kon ik het niet laten,
stapte ik op hem toe en zei “Ik hoop dat uw aardbeien u smaken.” Hij bedankte
me, maar later op de parking negeerde hij mijn (toegegeven: spottende) blik. Diezelfde
man staat deze avond enkele rijen verder aan de kassa en ik herken hem onmiddellijk.
Mijne Ridder en ik vragen ons lachend af wat hij nu gepikt zou hebben. Mijne
Ridder gokt op zijn hemd dat hij in een verkeerde maat meegegrist heeft, omdat
het nogal krap zit. Ik probeer een blik te werpen in zijn karretje, maar het is
nogal ver. Mijn gok is dat hij een extra prei in zijn bot prei heeft gewurmd.
We zullen het nooit weten, hihi.
Het is een moeilijkopstaanmoment op dinsdagmorgen. Nadat
iedereen naar werk en school is, kruip ik in de zetel. Na een uur of twee
horizontaal neem ik de ragebol en doe de ronde van het huis. Ik ben aangenaam
verrast, het gaat beter dan de vorige keer. Mijn armen vallen er niet af, ik
kan deze keer het hele huis rond en ben nadien niet perte totale. Een
overwinning! Een overwinning die ik in de zetel vier met de opgenomen laatste
aflevering van “2013”, want… ik mag ook niet overmoedig worden. Na het eten
lokt het mooie weer me. De buurvrouw, die net buiten komt, laat al haar klusjes
vallen en wandelt het korte toertje met me mee. Zoals altijd hebben we een
fijne babbel.
Als ik thuiskom, laat Het Lijf me weten dat een beetje
rust geen kwaad kan. Bijna twee uur later schrik ik wakker. Ik
voel me beter dan voor de siësta en kan zowaar afstoffen. Het voelt opnieuw als
een overwinning, ik ben er echt blij mee. Het koken verloopt vandaag op de
tonen van de Saxo50 van Studio Brussel. Er zitten echt knallers van nummers
bij. Even een zot danspasje met Onze Jongste en ik moet het krukje alweer bij
mijn fornuis zetten. Wat headbangen op mijn krukje (niemand kan toch stilzitten
bij Dog Eat Dog?!) en ik ben alweer misselijk. Grmbl. Maar dan ligt er bij het
avondeten ineens een crowdsurfer op de erwtjes en dat maakt alles dan weer
goed!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten