Ik heb een fantastische week achter de rug! Vijf dagen gaan
werken in Brussel alsof het niets was, net zoals in the good old days en zoals
ik het eigenlijk ook wel zou willen kunnen. Voor een week Brussel betaal ik
natuurlijk wel een prijs: in zo’n gevallen is er geen ruimte voor iets naast
het werk. Intussen heb ik de sleutel gevonden: eender wat ik doe, of het nu
zwemmen, een lange wandeling, fietsen of met emmers de trap op en af sleuren,
voor alles waarvoor mijn hartslag verhoogt, betaal ik de rekening achteraf. Het
eigenaardige is dat ik er op het moment zelf niet zo veel last van heb. Als ik
aan het zwemmen of het wandelen ben en het gaat even moeilijk, zet ik gewoon
even door en dat lukt. Maar het is daarna dat ik de weerbots krijg. Heel
vervelend. En frustrerend.
Maar… deze week verloopt dus prima en begeef ik me op glad
ijs. Samen met Mijne Ridder, Onze Jongste (Onze Oudste leeft zich intussen uit in de tekenacademie) en nog een paar mensen van de
Gezinsbond van M., trekken we naar de schaatsbaan. Het is meer dan een jaar geleden dat ik mijn schaatsen aantrok. Het voelt vreemd en vertrouwd
tegelijkertijd. Mijne Ridder trekt mijn veters nog eens extra aan (tot grote
verbazing van de man naast ons) en hop, daar ga ik. Heer-lijk. Het eerste
toertje schaats ik alleen, even checken of ik nog recht blijf. Gewoon
schaatsen, overstappen in de bochten, achterwaarts, oef, het lukt nog. Dan zoek
ik Onze Jongste op. Samen met haar vriendinnetje schuifelt ze over het ijs. Ze
doen het prima en ik blijf even bij hen. Tot een boomlange kerel ons
voorbijzoeft en ik me ineens twintig jaar jonger voel. Dat is ‘m zie, mijn
lief. In twintig jaar heeft hij niets in elegantie en snelheid ingeboet, hij
zweeft nog steeds over het ijs. Mooi om te zien! Wat later schaatsen we hand in
hand en ik geniet, van vroeger én van nu. En ik ben blij dat dit vandaag kan.
Ook Onze Jongste geniet: ze moppert wel omdat het niet zo vlot gaat als ze zou
willen, maar zet toch door. Ik ben geen ster op het ijs, maar ben wel blij dat
ik goed genoeg kan schaatsen om haar en haar vriendinnetje recht te houden en
wat snelheid te geven. Zo ervaren ze ook hoe fijn schaatsen kan zijn.
Als mijn pijp uit is, zet ik me aan de kant. Vanop de
bovenste rij van de tribune heb ik een mooi overzicht. Op die ene kleine die
ontelbare keren valt en evenveel keer opstaat, de papa die zelf nauwelijks
recht kan staan maar toch zijn zoon wil helpen, de piepkleine meid in een heus
kunstschaatspakje en natuurlijk Mijne Ridder die zigzagt tussen het volk.
Intussen zijn Onze Jongste en haar vriendinnetjes bij mij komen zitten en geven
volop commentaar. Grappig.
Ik onderneem een tweede poging om te schaatsen maar het vuur
is eruit en ik trek met de twee meiden terug in de cafetaria. Ook voor dit
schaatstripje zal ik een prijs moeten betalen, maar ik heb er van genoten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten