"Hoe je het ook draait of keert: leven met beperkingen blijft een
gevecht, dag na dag. Mensen hebben gemakkelijk de indruk 'dat het toch wel weer
goed gaat met mij, want ik stap flink en heb alweer een mooi kleurtje'. Maar de
fysieke en morele inspanning die dat van mijn getormenteerde lichaam vraagt,
merken ze niet op. Dat kan ook niet, dat kan alleen iemand die zelf weet wat
het is om met beperkingen te leven”.
Uit "Mijn leven op stelten" van Krista Bracke.
Ik ga mijn eigen situatie
zeker niet vergelijken met de hare, maar er zit zó veel waarheid in dit stukje
tekst. Het kwam bij mij bijvoorbeeld hard binnen toen ik door een collega
"een toerist" werd genoemd omdat ik zo weinig op het werk ben. Zelf
ben ik trots op mijn twee halve dagen Brussel, omdat het meer is dan wat ik had
en omdat ik weet wat ik én mijn gezin moeten laten om mij die kans te geven.
Eind augustus probeer ik op te bouwen naar drie halve dagen, wat opnieuw een
grote stap voor Het Lijf zal zijn. En dan "toerist", tja...
Neen, geef mij dan maar de
reactie van de controle-arts die "het bewonderenswaardig vond dat ik de
moed niet liet zakken. Veel mensen in mijn situatie gaan bij de pakken
neerzitten, ik neem mijn leven weer op, mèt mijn beperkingen." De trotse
snoet van Onze Oudste -die alles had gehoord- knoopte een mooie strik rond die
uitspraak.
Of geef me maar het enthousiasme
waarmee Onze Jongste op elke locatie de ruimte scant op plekjes waar ik kan
gaan zitten.
Mijn gezin, ZIJ en niemand
anders kennen de realiteit over deze toerist.
Zo, dat moest me van het hart.